Voor de woning van C.A. Crena de Iongh aan de Oranje Nassaulaan 26 in Amsterdam, ontwierp Hildo Krop in 1927 (of mogelijk eerder) deze haardplaat. We zien een landschap met een in het water duikende man. Daarboven een springend paard, een hert en een ree. Dit alles onder een stralende zon, de bron van de warmte.
Het reliëf steunt op twee gietijzeren stekelvarkens.
Ook ontwierp hij voor deze opdrachtgever een haardbankje, een bureau, stoelen, een ronde tafel, boekenkasten en ajoursnijwerk (Me43-a).
Het eerste meubelstuk dat Hildo Krop maakte was in 1913. Hij vervaardigde, samen met Willem Rädecker een linnenkast voor eigen gebruik. Deze kast maakt deel uit van de collectie van het Hildo Krop Museum.
Deze zwart gebeitste grenen kast met een grote deur met daaronder twee laden is aan de achterste twee hoekstijlen voorzien van fraai houtsnijwerk.
Dit meubelstuk werd in 2000 aangekocht van Krop zijn dochter Helen.
a. vierkant laag tafeltje b. klein stoeltje rood gebeitst hout
Voor zijn kinderen Helen en Johan maakte Hildo Krop rond 1920 een setje kindermeubilair in de stijl van de Amsterdamse School. In de oeuvre-catalogus van Mevrouw Lagerweij-Polak wordt vermeld dat het zou gaan om een rond tafeltje. Het tafeltje is echter vierkant en heeft een lade aan één van de vier zijden.
Dit kindermeubilair bevindt zich in de collectie van het Hildo Krop Museum en werd geschonken door de kleinzoon van Krop.
a. twee ingebouwde kasten b. theemeubel met ajourreliëf c. gebeeldhouwde mahoniehouten lamp d. lage achthoekige lage tafel e. hoekbank f. twee fauteuils met gebeeldhouwde panelen aan rugzijde g. rustbank met boekenkast h. reliëf i. lamp met ajourreliëf j. lichtgrijs tapijtje
De meubels zijn (tenzij anders vermeld) van bruin eikenhout met details van coromandelhout.
In 1920-1921 ontwierp Hildo Krop een uitgebreide kamerinrichting voor de salon en eetkamer van het echtpaar Hondius Crone in Amsterdam. Onder andere zijn een hoekkast, een tafel, enkele stoelen, een wandmeubel een boekenkast met rustbank en een plafondlamp bewaard gebleven.
Uit het archief van het Hildo Krop Museum blijkt dat het Rijksmuseum een paar van de twee genoemde fauteuils in de collectie heeft. Het betreft een schenking van mevrouw A.H. Hondius-Crone (in Lagerweij-Polak genoemd als Me28). Waarschijnlijk gaat om dezelfde fauteuils door Krop ontworpen en uitgevoerd door de firma Nusink & Zonen. Overigens is de bekleding (zwart-beige gestreept) van deze leunstoelen gespiegeld aan die van de fauteuils van Huize de Geer (Me34).
Rond 1921 ontwierp Hildo Krop voor zijn zuster Lucine en zwager Adriaan van Wijngaarden ‘Huize de Geer’ in de Herenstraat 63 in Rhenen. Naast het ontwerp voor de villa ontwierp hij ook het meubilair (Me34) en een aantal tapijten in verschillende afmetingen voor deze woning. Deze (vloer-) kleden werden uitgevoerd door L. van Wijngaarden en Zonen’s Tapijten- en Mattenfabriek, Rhenen.
Een wollen tapijt (150×54 cm) en een ontwerptekening met een geabstraheerde afbeelding Huize de Geer van bevinden zich in de collectie van het Hildo Krop Museum. Ook bezit het museum een bijpassend wollen tafelloper.
a. gangkast b. buffet met gekleurde glas-in-lood raampjes c. koekkoek van glas-in-lood, blank glas met gekleurde details d. ovale tafel e. vier rechte stoelen f. twee armstoelen g. twee fauteuils met snijwerk in rugleuning model fauteuil, geschilderd hout, ca. 17 cm h. lage bank i. theetafel j. laag achthoekig tafeltje k. pianokruk l. boekenkast met uitklapbaar tafeltje m. glazenkastje met gekleurd glas-in-lood
tenzij anders vermeld donkerbruin eikenhout met coromandelhouten details
d.e.f. en g. (model): in collectie Hildo Krop Museum
Rond 1921 ontwierp Hildo Krop voor zijn oudste zuster Lucine en zwager Adriaan van Wijngaarden ‘Huize de Geer’ in de Herenstraat 63 in Rhenen. Naast het ontwerp voor de villa ontwierp hij ook het complete meubilair en een aantal tapijten (Me33) voor deze woning. De meubelontwerpen van Krop, vaak voor familieleden, sluiten aan bij het meubilair van de Amsterdamse school-architecten en -ontwerpers Michel de Klerk en Piet Kramer. De ontwerpen van Krop zijn echter minder uitbundig van ontwerp en materiaal.
buffet:
koekoek:
ovale tafel – vier rechte stoelen – twee armstoelen:
twee fauteuils met snijwerk in de rugleuning:
Uit het archief van het Hildo Krop Museum blijkt dat het Rijksmuseum een paar van deze leunstoelen in de collectie heeft. Het betreft een schenking van mevrouw A.H. Hondius-Crone in Lagerweij-Polak genoemd als Me28 (1920-21). Waarschijnlijk gaat om dezelfde fauteuils door Krop ontworpen en uitgevoerd door de firma Nusink & Zonen. Overigens is de bekleding (zwart-beige gestreept) van deze leunstoelen gespiegeld aan die van de fauteuils van Huize de Geer (zie onder).
Museum Het Schip, Amsterdam particuliere collecties
ca. 1915-16
bruin eikenhout
In de oeuvre-catalogus van mevrouw Emmy Lagerweij-Polak staat bij MEUBELS EN INTERIEURONTWERPEN op pagina 129 het item Me 11 Stoelen met een fotovoorbeeld van een fragment van een stoel met houtsnijwerk, voorstellend twee vrouwen.
Krop maakte rond 1916 van dit type stoel twee series, van elk waarschijnlijk zes exemplaren. De eerste serie maakte hij voor eigen gebruik. De tweede voor zijn zwager en zus Herman en Greta d’Audretsch. Voor deze laatste serie maakte Krop houtsnijwerk met verschillende motieven. Lagerweij-Polak noemt: adelaar, flamingo, twee vrouwen, Koos Speenhoff met Césarine.
Het museum Het Schip heeft één van deze stoelen in de collectie, waarbij het dan gaat over de stoel met de ‘adelaar’ (arend), hoewel het gebeeldhouwde ornament meer lijkt op een maraboe, een vogel welke hij vaker uitbeeldde in deze periode (zie bijv. B10 – d. Wapen van Amsterdam).
De oeuvre-catalogus van Emmy Lagerweij-Polak werd door de kunstenaar op zeer hoge leeftijd geautoriseerd. Het was Krop als frequent bezoeker van Artis ongetwijfeld bekend wat het verschil was tussen een arend en een maraboe, maar dat hij niet meer precies wist wat voor een vogel hij ruim vijftig jaar daarvoor op een bepaalde stoel had uitgebeeld is begrijpelijk.
Omdat er in de genoemde oeuvre-catalogus naast de stoelen genoemd in Me11, geen enkele beschrijving van een stoel voldoet aan dit meubelstuk, kunnen we er van uitgaan dat we hier inderdaad te maken hebben met genoemde stoel uit 1915/1916.
Volgens Lagerweij-Polak zijn niet alle motieven door Krop zelf gesneden, een deel is bewerkt door John (of Willem) Rädecker.
Voor C.A. Crena de Iongh ontwierp Hildo Krop in 1927 of mogelijk eerder deze boekenkast. Naast deze kast creëerde hij voor deze opdrachtgever stoelen, een bureau, een ronde tafel, een haardbankje, een haardplaat (Me43-j) en ajoursnijwerk voor zijn woning aan de Oranje Nassaulaan 26 in Amsterdam.
Bovendien ontwierp Krop voor het exterieur een voordeur bekroning (B67), inmiddels niet meer aanwezig.
In december 1929 (mogelijk ook al eerder) kwam Hildo Krop in contact met ene Hendrik Wiegersma. Deze Wiegersma was een huisarts in het Brabantse Deurne en had veel connecties met kunstenaars. Rond die tijd werd er een comité opgericht dat zich ten doel had gesteld een blijvend monument op te richten ter gelegenheid van de veertigste sterfdag van Vincent van Gogh. Tot de initiatiefnemers behoorden onder andere Berlage, Mondriaan en Wiegersma. De keuze voor de ontwerper van het monument viel op Hildo Krop (zie Mo9). Door de relatie met Wiegersma kwam Krop in contact met Fred van Kimmenade. Hij was een collega arts van Wiegersma en stichter/directeur van het St. Annaziekenhuis in Geldrop. Net als Wiegersma was Van Kimmenade een groot kunstliefhebber. In 1931 vroeg Fred van Kimmenade aan Hildo Krop of hij een wieg voor hem wilde ontwerpen. Hij was pas getrouwd en het eerste kind was op komst. Krop, die inmiddels veel meubelen op zijn naam had staan, nam de opdracht aan en ontwierp deze lindenhouten wieg met zwarte spijlen.
Aan het hoofdeinde van de wieg zien we een mensenpaar met daarboven muziekbalken. Muziek speelde een belangrijke rol in het leven van Van Kimmenade. Naast zijn belangstelling voor kunst was hij ook een groot muziekliefhebber en componeerde ook zelf muziekstukken. Aan het voeteinde van het wiegje plaatste Krop een moeder met kindje, omgeven door bloemenslingers met aan de bovenzijde een kruis. Aan één van de zijkanten van de wieg is een esculaapteken te zien (vanwege het beroep van de opdrachtgever). De slang is tevens een symbool voor het steeds vernieuwende leven. Ook aan deze kant van de wieg de namen ‘GELDROP’, ‘VAN KIMMENADE’ en ’16 JUNI 1932 – facit HILDO KROP’ en de geboortedatum van het eerste kind, Anne Marie.
Aan de andere kant van de wieg is een kelkbloem en een springend paard uitgebeeld, met daar tussen een spreuk ‘PLUS EST EN VOUS’ (MEER IS IN U). Daaronder is ruimte uitgespaard voor blokjes waarop de namen van de (dan nog toekomstige) kinderen konden komen. Er zouden in totaal zes kinderen en twee kleinkinderen als baby van deze wieg gebruik maken.
In 2021 heeft het Hildo Krop Museum deze wieg aan de collectie kunnen toevoegen.
Dit vroege klokje van Hildo Krop komt niet voor in de literatuur over de beeldhouwer. Krop maakte dit in hout gesneden klokje voor Johan (Han) Hendrik de Iongh (1889-1975) en Nelly (Nel) Elisabeth de Iongh-Endt (1895-1974). Dit echtpaar was bevriend met Hildo Krop. Naast dit klokje bezaten zij ook meubels van Krop. Het uurwerk in het klokje is niet origineel en is van latere datum.
Eind jaren twintig werd het echtpaar De Iongh, en waarschijnlijk ook Hildo Krop, lid van Nederlandsch Genootschap Nieuw Rusland. Dit genoodschap werd in 1928 door Adriaan Pieter (Apie) Prins en Henri Wiessing, voormalig hoofdredacteur van het weekblad De Nieuwe Amsterdammer, opgericht. Het genootschap organiseerde onder andere reizen naar de Sovjet-Unie. Daarnaast bracht het genootschap een tijdschrift uit. In 1928 verscheen het eerste, propagandistische nummer van Nieuw Rusland, tot 1934 het orgaan van dit genootschap.
bronnen: S. de Iongh, H. de Iongh, archives.uba.uva.nl
lichtbruin mahoniehout in coromandelhouten lijst, 21 x 25.5
/ 30,5 x 26cm
Dit houtsnijwerk mag worden gezien als één van de eerste
politieke uitingen van Hildo Krop in zijn werk. Het is de tijd van de strijd
voor het vrouwenkiesrecht. In 1917 konden vrouwen voor het eerst daadwerkelijk
tot volksvertegenwoordiger worden gekozen. Twee jaar later, in 1919, kregen
alle Nederlandse vrouwen boven de 23 jaar actief kiesrecht. Krop laat de geknield
zittende jonge vrouw wegkijken van de doornenstruik, die ze op haar levenspad anno
1917 tegenkomt. Zij ontwaakt uit haar dagelijkse sleur en beseft dat ze moet
strijden voor een betere toekomst voor de vrouw. De vliegende twee vliegende
reigers symboliseren de vlucht uit het beklemmende bestaan van het monddood
maken en onderdrukking in de toen geldende mannenwereld.
zwart gebeitst eikenhout met snijwerk en zwart metalen
wijzerplaat met rode cijfers, 36 cm
Ondanks het drukke bestaan door zijn werk aan het Scheepvaarthuis tussen 1913 en 1916, zag de energieke Hildo Krop kans om voor familieleden en voor zijn eigen gezin allerlei meubelen te ontwerpen en te vervaardigen. Van een kinderledikant, stoelen en kasten tot een volledig kantoorameublement voor zijn zwager Alfred Polak, die getrouwd was met Krop’s jongere zus Wilhelmina Hendrika (Willy). Voor dit ameublement uit 1915, dat onder meer uit een tweepersoonsbureau, stoelen, een tafel en een kast bestaat, ontwierp Krop ook een zwart gebeitst eikenhouten klokje met snijwerk. We zien een faun met een hangsnor boven de zwart metalen wijzerplaat met rode cijfers zitten. Dit is waarschijnlijk de eerste keer dat Krop in zijn werk een faun ten tonele voert. Opvallend zijn de grote hoefachtige voeten en de wel zeer grote hoorn die vanuit zijn kop naar achteren krult. De klok werd uitgevoerd door de Firma Nusink & Co. te Amsterdam.
zwart eikenhout, kokosmat, gedeeltelijk donkerblauw geverfd,
100 x 44.5 x 52,5 cm
Voor de rugleuning van deze stoelen sneed Hildo Krop twee gierkoppen met klauwen ter versiering. De kokosmat is waarschijnlijk gemaakt in de Tapijten- en mattenfabriek N.V. Van Wijngaarden en Zonen, Rhenen, waarvan de zwager van Krop, Adriaan van Wijngaarden, directeur was. De gedeeltelijk geverfde donkerblauwe kleur van de kokosmat is inmiddels verkleurd naar roodbruin.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed langdurig bruikleen Hildo Krop Museum, Steenwijk
links – drie marcherende mannen met een sikkel, een zeis en een schop over hun schouder rechts – een vrouw in een stralende ovaal (samen in houten frame) 48 x 62 cm
zesdelig glas-in-loodraam ca. 1920
Hildo Krop Museum, Steenwijk
groep lopende mensen: twee vrouwen met daartussen een aantal mannen met stokken en houwelen 40 x 110 cm
De conservator van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Geertje Huisman, bracht in 2009 een bezoek aan de Krop-collectie in Steenwijk. Het in de collectie aanwezige zesdelige glas-in-loodraam had haar speciale belangstelling. Bij toeval zag ze twee door Krop geautoriseerde ontwerptekeningen van een werk dat ze uit de collectie van de Rijksdienst herkende. Het waren de ontwerpen van de twee glas-in-loodramen welke al heel lang deel uitmaakte van de kunstcollectie van het Rijk. Deze ramen, tot op dat moment toegeschreven aan de glaskunstenaar Toon Berg (1877-1967), bleken van Hildo Krop te zijn.
Volgens onderzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie kwam naar voren dat de ramen afkomstig waren uit de woning van mr. D. Crena de Iongh, Essenlaan 72 in Rotterdam, destijds directeur van de Nederlandsche Handelsmaatschapppij NV, kantoor Rotterdam. In dit huis, gebouwd ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, waren de ramen onderdeel van een tussenwand op de begane grond. Vermoed wordt dat Crena de Iongh opdrachtgever van de ramen is geweest.
Aangezien de panelen in bruikleen gegeven zouden worden aan het Instituut Collectie Krop in Steenwijk (het huidige Hildo Krop Museum) ondergingen de ramen een restauratie. Het glas-in-loodraam, zoals dat bij De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed lag opgeslagen, bestond uit vier panelen, maar het bleek dat de twee buitenste panelen afweken van de midden panelen. Het glas was anders samengesteld en ook de transparante glasstukken hadden verschil van kleur ten opzichte van elkaar. De buitenste panelen werden gedateerd jaren vijftig of zestig. Ook het feit dat er slechts twee van de vier ramen ontwerptekeningen zijn gevonden maakt het aannemelijk dat de twee buitenste panelen niet origineel zijn en mogelijk later zijn bijgemaakt om de serie ergens in te laten passen. Na deze restauratie werden de twee originelen panelen in een verlichte vitrine geplaatst en werd dit tweedelige unieke glas-in-loodraam in 2012 aan het Instituut Collectie Krop als langdurig bruikleen aangeboden.
Qua symboliek, belijning van de figuren en de rondingen van de luchtpartijen vertoont dit werk sterke overeenkomsten met het uit zes delen bestaande glas-in-loodraam uit de collectie van het Hildo Krop Museum. De herkomst van dit raam is wèl bekend is. Het is afkomstig uit de achter de kunsthandel gelegen woning van Herman d’Audretsch in Den Haag. Dit was de zwager van Krop en had destijds een gerenommeerde kunsthandel aan het Haagse Noordeinde. Krop voorzag, begin jaren twintig van de vorige eeuw, de zaak en de woning van meubilair en andere versieringen. De zoon van deze kunsthandelaar, Freek d’Audretsch schonk dit zesdelige glas-in-loodraam in 2010 aan de Krop-collectie in Steenwijk.
bronnen: Uniek
glas-in-loodraam voor Hildo Krop Museum, Steenwijker Courant, 19.11.2012;
Socialistisch getint glas in lood, Geertje Huisman, Vormen uit Vuur 220,
2013-1.
Voor het kantoor van L. van Wijngaarden en Zonen’s Tapijten en Mattenfabriek in Rhenen ontwierp Hildo Krop een staande klok met een reliëf van een steigerend paard. Adriaan van Wijngaarden was de zoon van Lucas van Wijngaarden, de oprichter van de fabriek. Adriaan was getrouwd met Lucine Krop, de oudste zus van Hildo.
‘St. Franciscus prekend voor de vogels’
eikenhouten kinderbidbank met gestoken reliëf, gedeeltelijk gepolychromeerd,
79×120,5×52 cm
Het Hildo Krop Museum heeft dit bijzondere meubeltje geschonken gekregen van het Bijbels Museum. Dit museum organiseert vanaf 2020 reizende tentoonstellingen rond Bijbelse thema’s buiten de klassieke opzet van het museum. Voor het realiseren van deze nieuwe koers – mede het gevolg van een subsidiestop door het Amsterdams Fonds voor de Kunst in 2017 – had het museum besloten de eigen collectie over te dragen aan andere musea. Dit eikenhouten kinderbidbankje, met de beeltenis van Sint Franciscus van Assisi prekend voor de vogels, gemaakt in 1920/21, mag gezien worden als een uniek werk in het oeuvre van de niet religieuze Hildo Krop.
a. ovale tafel
b. vier stoelen
c. buffet met blank glas-in-lood en snijwerk
d. spiegel
e. pianokruk
f. piano-ombouw met reliëf (faun)
g. twee fauteuils
h. kleine vierkante tafel
i. twee voetenbankjes
j. groot wollen geweven vloerkleed en twee kleine kleedjes
k. lamp
a – i. zwart gebeitst eiken hout met zwarte ebbenhouten details
j. in het midden beige, de randen zwart ment diverse kleuren
k. ijzer
diverse afmetingen
uitvoering Firma Nusink en Zoon, Amsterdam
Naast zijn werk aan het Scheepvaarthuis en zijn nieuwe baan bij Publieke Werken van de gemeente Amsterdam, zag de energieke Krop kans om voor familieleden en voor zijn eigen gezin allerlei meubelen te ontwerpen en te vervaardigen. Van een kinderledikant, stoelen en kasten tot een volledig kantoorameublement in 1915 voor zijn zwager Alfred Polak, die getrouwd was met Krop’s jongere zus Wilhelmina Hendrika (Willy). Dit viel waarschijnlijk in goede aarde, omdat Krop twee jaar later, in 1917, een compleet woonkamerameublement voor het echtpaar vervaardigde. Bijzonder bij dit ameublement is de zwart gebeitste eikenhouten ombouw voor een piano. Hiervoor sneed Krop een houten paneel met een allegorische natuurvoorstelling met als middelpunt een gehurkte faun.
Het ameublement was te zien op de tentoonstelling ‘De kunst van WENDINGEN 1918-1932’ in het Museum Flehite in Amersfoort (februari-mei 2018)
Hildo Krop maakte dit zwart gebeitste eikenhouten muziekkastje waarschijnlijk voor eigen gebruik. Hierin konden grammofoonplaten en een pick-up geplaatst worden.
Het is een eenvoudig strak kastje in kubusvorm, maar met aan elke zijkant een identieke ajour reliëf met geluidsgolven.
Het kastje was te zien op de verkooptentoonstelling van Kunstconsult, Amstelveen in september/oktober 2018.
‘De snelheid van het licht’, rennende en vliegende dieren verguld brons, 72 cm
Ada Crone wordt in 1893 in Amsterdam in een gegoede familie geboren. Haar vader, Eduard Henrich Crone, is mede-firmant van het handelsbedrijf H.G.Th. Crone. De firma importeert koffie, cacao en kapok uit Nederlands-Indië, en exporteert er luxe goederen en medische artikelen. Ada Crone trouwt in 1914 met K. Müseler, maar haar echtgenoot overlijdt al het jaar daarop. Onder de naam A. Müseler-Crone schrijft ze zich in 1914 in aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus te Amsterdam en behaalt er in 1918 het getuigschrift ‘interieurtekenen’. In 1919 trouwt ze met August von Saher, zoon van Eduard August von Saher (1849-1918) die de directeur was van de Kunstnijverheidsschool in Haarlem en als conservator verbonden aan het nabijgelegen Kunstnijverheidsmuseum. August en Ada gaan wonen op de Oranje Nassaulaan 10 in Amsterdam. Hildo Krop werd gevraagd om de interieurs van de salon, de eetkamer en de bibliotheek (zie: Me42) te ontwerpen en te vervaardigen. Voor een van deze interieurs maakte Krop een twaalf hoekige plafondplaat ‘De snelheid van het licht’, als versiering rond een lichtbron.
In de oeuvrecatalogus van E.J. Lagerweij-Polak wordt bij dit nummer vermeldt ‘Me36 – plafondplaat voor mevrouw A.H.Hondius-Crone, Amsterdam’. Zij was in 1922 echter nog getrouwd met August von Saher. In 1929 laat ze zich van hem scheiden en in 1935 treedt ze opnieuw in het huwelijk, nu met archeoloog J.M. Hondius.
De originele gipsen mal van deze plafondplaat is aanwezig in de collectie van het Hildo Krop Museum.
Deze rijk gedecoreerde dekenkist maakte Hildo Krop voor zijn vrouw. Op de deksel van de kist staat in een sierlijk handschrift gestoken: ‘Hildo Krop dedicavit uxori carissimae AD 1948’, wat betekent: ‘Door Hildo Krop opgedragen aan zijn geliefde vrouw in 1948’.
Op de voorzijde en zijkanten van de kist staat op een banderol de in hoofdletters gestoken tekst: “De mens staat en valt En helpt en richt zich op Wat geloof de mens ook heeft verloren De vrijheid eenmaal wordt geboren”. Deze spreuk verwijst, net als de voorstellingen op de zeven reliëfpanelen, naar de bevrijding van 1945.
De dekenkist werd tentoongesteld tijdens de verkoopexpositie van Kunstconsult, Amstelveen (26 september t/m 17 oktober 2018).
a. acht stoelen met alleen een rugleuning
b. drie stoelen idem maar met lagere leuning
c. stoel met armleuningen en aan de achterzijde een paneel met snijwerk (lopende man met dieren en bloemen)
d. bureau
e. toontafel met uittrekbaar blad
f. vitrine op onderstel met inscriptie in reliëf: ‘Steltman bijoutiier Noordeinde 42a Den Haag’ met vignet liggend vrouwelijk naakt met zwaan
g. bureautje
h. ladenkastje
i.j. vitrines
k. toonbank
licht en donker coromandelhout, div. afmetingen
Hanni Steltman door Chris Lebeau – 15.01.1923
In 1920 vroeg Johannes Steltman aan zijn Steenwijkse jeugdvriend Hildo Krop of hij zijn winkelpand van zijn juwelierszaak aan het Noordeinde in Den Haag wilde moderniseren. Krop transformeerde de juwelierszaak tot een moderne winkel met een kunstzinnig cachet dat voor de Haagse binnenstad bijzonder was. De winkel onderging een metamorfose. Krop ontwierp een tapijt en diverse meubelen: vitrinekasten, stoelen, krukjes, tafels, bureaus en een toonbank met vitrines en laden en klepjes. Enkele van deze meubelen zijn nog steeds in gebruik in de huidige winkel.
Ook ontwierp Krop etalagepanelen en moderniseerde hij het exterieur van het pand (zie: Me24).
Bij de tentoonstelling ‘100 jaar Steltman’ in het Gemeentemuseum (het tegenwoordige Kunstmuseum) in Den Haag in 2017/18 werden enkele meubelstukken uit dit interieur tentoongesteld.
bron: Steltman catalogus, Gemeentemuseum, Den Haag, 2017
Volgens de oeuvre catalogus van Lagerweij-Polak zouden naast de vitrines, kast, tafel, stoelen en kleed, ook het zilveren theestel op de tafel een ontwerp zijn van Krop.
middendeel ajourreliëf jong paar
vogels
twee paarden
twee hertjes
vissen en vogels
hertje en scheepje
‘de volle rijkdom van de natuur’
eikenhout met coromandelhout (reliëfs)
reliëf: 270 cm
de kast is verloren gegaan
Rond 1930 ontwierp Hildo Krop een ajourreliëf als versiering van een boekenkast voor een (onbekend) jong Amsterdams echtpaar, dat in Hilversum ging wonen in een door architect F.A. den Tex ontworpen villa. Na zo’n vijfentachtig jaar in diverse interieurs te zijn gebruikt , werd in 2015 het reliëf in slechte staat op ‘Marktplaats’ aangeboden. Het in een vurenhouten lijst geplaatste reliëf was op een aantal plekken gebroken met het gevolg dat het werk uit meerdere losse stukken bestond. Het kunstwerk werd door Museum Het Schip aangekocht en is vakkundig hersteld door Margreet Buehre-Andriessen en tevens door haar van een nieuwe eikenhouten lijst voorzien.
Over de historie van het kunstwerk is niet veel meer bekend dan wat in de oeuvrecatalogus Hildo Krop van E.J. Lagerweij-Polak staat. Hierin wordt gesproken over een eikenhouten boekenkast met een ajourreliëf van coromandelhout. Hierop staat een jong paar omgeven door dieren en planten waarvan de titel ‘De volle rijkdom van de natuur’ is.
Het reliëf is te zien als onderdeel van de vaste collectie van het Museum Het Schip.
Hildo Krop Museum, Steenwijk
particuliere collectie (reliëf wandpaneel)
oorspronkelijk in villa Oranje Nassaulaan 10, Amsterdam
1926-27
Wandpaneel
mahoniehout – 52 x 134 cm
details:
kastversiering – 20 x 10.5 x 7 cm
kastversiering en ajourreliëf voor een lamp, coromandelhout
Ada Helena Crone (1893-1996) trouwde in 1919 met August Eduard von Saher (1890-1973). Ada Crone was van jongs af aan geïnteresseerd in toegepaste kunst en had in 1918 eindexamen gedaan aan de afdeling decoratieve kunst van de Amsterdamse Quellinusschool. August von Saher was advocaat en consul generaal van het Koninkrijk Bulgarije in Nederland. Hij deelde met Ada de liefde voor kunst waar hij al vroeg mee in aanraking kwam. Zijn vader, Eduard August von Saher (1849-1918), was directeur van het Museum en de School voor Kunstnijverheid in Haarlem. Na hun trouwen gingen August en Ada von Saher-Crone wonen op de Oranje Nassaulaan 10 in Amsterdam, een villa ontworpen door de Amsterdamse School architect C.J. Blaauw. Hildo Krop werd gevraagd om de interieurs van de salon, de eetkamer en de bibliotheek/studeerkamer te ontwerpen en te vervaardigen.
Voor de studeerkamer maakte Krop een betimmering in mahonie- en Fries esdoornhout. Tevens sneed hij een mahoniehoutenpaneel met centraal een moeder en kind, links de werkende mens en rechts natuurtaferelen met de voor Krop zo kenmerkende figuren als paardjes, herten, vliegende reigers, vosjes, arenden en faun. In zijn ontwerp voor de lamp komt ook weer een bekend thema van Krop terug. De twee ajourreliëfs verbeelden ‘dag’ en ‘nacht’. Bij ‘dag’ zien we een manfiguur onder een stralende zon en vogels (reigers) in de lucht. Bij het nachttafereel, een in slaap dommelende vrouw onder een sterrenhemel met een vlucht vleermuizen. Aan het houtsnijwerk van de boekenkast vinden we een gebogen vrouwfiguur met masker en hand.
Het paneel en het houtsnijwerk voor de boekenkast werden tentoongesteld tijdens de verkoopexpositie van Kunstconsult, Amstelveen (26 september t/m 17 oktober 2018).
Voor de familie Von Saher ontwierp Krop in 1924 op de begraafplaats Westerveld een urnenmonument (zie Mo5).
bron: www.onsbloemendaal.nl, nr.3 najaar 2016
In het tijdschrift Wendingen – jaargang 1927 nr.2 verschenen foto’s van dit bibliotheekinterieur.
Naast particuliere collecties, bevinden zich exemplaren in de collecties van het Stedelijk Museum, Amsterdam; Museum Het Schip, Amsterdam; Princessehof, Leeuwarden en Museum Boijmans-van Beuningen, Rotterdam
ca. 1920
foto: Botterweg Auctions, Amsterdam
a. klok met faun: wijzerplaten en cijfers verschillen van kleur en er zijn twee typen slingers (kronkelende slang en slang in achtvorm)
38x33x15 cm foto: Botterweg Auctions, Amsterdam
b. wierookbrander in de vorm van een cypres, waaronder een vosje en een kraai
21×10, 75×10 cm
c. wierookbrander in de vorm van een paddenstoel, waaronder een grote slang en een achterom kijkend hert
25x18x10 cm
Rond 1920 ontwierp Krop deze klok in de voor de Amsterdamse School zo bekende parabool-vorm. Voor dit sierlijk klokje plaatste hij een faun half zittend op de klokkast, met naast hem aan de rechterzijde een raaf en links twee slangen. Het ontwerp was een model om in serie te laten vervaardigen door het atelier H.J. Winkelman & Van der Bijl uit de Amsterdamse Westerstraat. Dit atelier voor siersmeedkunst kende Krop als vervaardiger van het hekwerk en het siersmeedwerk van trappen en lampen aan het Scheepvaarthuis. Voor de uitvoering van deze klok maakte Winkelman & Van der Bijl verschillende varianten in geoxideerd ijzer, groen gepatineerd brons, smeedijzer en rood koper. Ook bestaat er een grote variëteit in de uitvoering van de wijzerplaat: er zijn zeker drie verschillende typen geweest met diverse bewerkingen: glad en beschilderd (bruin met witte cijfers), geëmailleerd in verschillende kleuren, zoals oranje, groen, paars en gevlamd met weer een ander type cijfers. Krop ontwierp bij deze klok ook twee verschillende wierrookbranders, één met een vos en een raaf en de ander met een slang en een hert. Er bestaan veel minder wierrookbranders dan klokken, waardoor het idee bestaat dat de klok ook zonder deze pendanten aangeschaft kon worden, of alleen bij bepaalde, luxere uitvoeringen van de klok (brons, koper), werden geleverd. Een mooi overzicht van deze verscheidenheid aan uitvoeringen was te zien in de zomer van 2016, gedurende de tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse School in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
foto: NRC Handelsblad 17.03.1989
Krop ontwierp in 1915 ook al een klok met een faun voor zijn zwager A. Polak (Me 6). Deze klok was te zien op de tentoonstelling Europese Art Deco in Brussel in 1989. De uitvoering van dit eikenhouten uurwerk werd verzorgd door de Firma Nusink & Co. te Amsterdam.
bronnen: NRC Handelsblad, Cultureel Supplement, 17.03.1989 Wonen in de Amsterdamse School, Ingeborg de Roode en Marjan Groot, Stedelijk Museum, 2016
Muziekcentrum van de Omroep,
Heuvellaan, Hilversum
ca. 1931
VARA-embleem met brandende vlam met vier figuren in elke hoek:
schipper aan het roer
arbeider met houweel
arbeider met werktuig (wisselwachter?)
telefonerende man
gepolychromeerde steen, ca. 130 x 65 cm
Dit hoektableau is te vinden in het gebouw van het Muziekcentrum van de Omroep aan de Heuvellaan in Hilversum. Het tableau laat groei van ledental zien van de omroep- vereeniging VARA (Vereeniging van Arbeiders Radio Amateurs) vanaf de oprichting op 1 november 1925 tot 1 november 1930: 100.000 leden. Dit onmiskenbare werk van Hildo Krop, gemaakt rond 1931, wordt niet in de oeuvre catalogus ‘Lagerweij-Polak’ genoemd. Wél een ‘speeltafel met beeldhouwwerk voor Vara-studio, Hilversum’ met de datering 1931-32 – nummer Me 50. Er wordt vermeld dat dit werk waarschijnlijk verloren is gegaan. Mogelijk betrof dit een houtsnijwerk.