Tag archieven: breemer j.

Reliëfportret Tom – Steenwijk

Hildo Krop Museum, Steenwijk

ca.1910

tom schilperoort - foto: loek van vlerken 28.08.2017
gips, 24 cm

Rond 1910 maakte Hildo Krop dit reliëfportret van Tom Schilperoort (1882-1930). De twee zagen elkaar regelmatig in het zogeheten ‘Jopie-hol’, een klein huisje in een zijsteeg van de Leidsegracht, waar Jopie Breemer woonde. Dit bouwvallige onderkomen met een gecombineerde zit-, eet- en slaapkamer,  ‘… was ingericht met den smaak van menschen, die geen geld hebben – er hingen dus lappen’. Het was een rendez-vous van de Amsterdamse bohème en kan gezien worden als een voorloper van de Amsterdamse kunstenaarssociëteit De Kring. Elke woensdag en vrijdag organiseerde Jopie Breemer in zijn ‘hol’ zogenaamde ‘ontboezemingsavonden’. Dat waren avonden met thee, véél thee, apenootjes en roddels, imitaties en veel ‘diepe’ gesprekken. Tot deze ‘Jopianen’ behoorden naast Krop en Schilperoort o.a. Jacob Bendien, John Rädecker, Joan van der Mey, Michel de Klerk en Piet Kramer. Maar ook schrijvers, musici, acteurs en journalisten behoorden tot de regelmatige gasten. Tom Schilperoort was een flamboyante journalist die in Schoorl woonde en door sommigen wordt gezien als de man die model zou hebben gestaan voor Japi in het verhaal ‘De Uitvreter’ van Nescio. Hij heeft er in ieder geval wel voor gezorgd dat Pablo Picasso enige weken in Noord-Holland verbleef.
Schilperoort was in 1904, als correspondent van de NRC en De Telegraaf, naar Parijs afgereisd om er verslag te doen over het culturele leven in de Franse hoofdstad. In die tijd waren veel, ook Nederlandse, kunstenaars in Parijs werkzaam:  onder andere Otto van Rees en Kees van Dongen. Via hen ontmoette hij Picasso. In het voorjaar van 1905 nodigde hij de jonge Spaanse  kunstenaar (op dat moment 23 jaar) uit om samen naar Schoorl te gaan waar Schilperoort een huisje had gehuurd. In juni van dat jaar reisden beiden met de trein naar Alkmaar. Enige dagen bracht Picasso bij Schilperoort door maar de woning was te klein om er ongestoord te kunnen werken. Daarom nam de schilder zijn intrek in het pension van Dieuwertje de Geus in Schoorldam. De ongetrouwde Dieuwertje zou naakt voor Picasso hebben geposeerd hetgeen destijds in het dorp tot heel veel praatjes zou hebben geleid.

la belle hollandaise, picasso
La belle Hollandaise, Picasso
foto: collectie Queensland Art Gallery, Brisbane, Australië 

De Alkmaarse publicist Kees Komen verhaalt in Picasso in Holland-Parijs Schoorldam 1905 de commotie die het verblijf van de schilder in het landelijke plaatsje met zich meebracht. Uit Picasso’s korte verblijf in Noord-Holland zijn in ieder geval twee schilderijen bekend. Of er werkelijk sprake was van een diepgaande vriendschap tussen Picasso en Schilperoort valt te betwijfelen. Alles wijst er op dat er van een dergelijke relatie na 1905 niet veel meer over was.

tom schilperoort ca. 1915 - foto: nrc handelsblad 12.04.1991
Tom Schilperoort ca. 1915
foto: NRC Handelsblad 12.04.1991

Het reliëfportret van Tom Schilperoort is in het bezit van het Hildo Krop Museum in Steenwijk.
Het schilderij  ‘La Belle Hollandaise’ van Picasso uit, 1905 was in de zomer van 2016 in het Stedelijk Museum Alkmaar te zien, samen met de andere werken die Picasso tijdens zijn verblijf in Nederland vervaardigde. Het werk bevindt zich in de collectie van Queensland Art Gallery, Brisbane, Australië.

bronnen:
De ontboezemingsbundel van Jopie Breemer – inleiding Gerrit Komrij, 1998
John Rädecker, De droom van het levende beeld, Ype Koopmans – 2006
Hildo Krop, Portretten – Wim Heij, 2011
Hildo Krop, Ontwerpen, schetsen en afgietsels van gips – Wim Heij, 2017

V 4 – Meisjesportret L.C. Varekamp – Steenwijk

Hildo Krop Museum,  Steenwijk

1912-13

leentje varekamp - foto: loek van vlerken 16.03.2012 leentje varekamp - foto: loek van vlerken 16.03.2012leentje varekamp - foto: loek van vlerken 16.03.2012
leentje varekamp - foto: loek van vlerken 16.03.2012
gips, 38 cm

Dit uit 1912/13 daterende beeldje van Leentje Varekamp is in niet onbelangrijke mate bepalend geweest voor de succesvolle carrière van Hildo Krop. Wie was Leentje Varekamp? Leentje was de dochter van de binnenvaartreder Piet Varekamp. Hij was, evenals Hildo Krop en de architect Piet Kramer een frequent bezoeker van het zogenoemde ‘Jopie-hol’. Dit was het huis van de bohémien-dichter Jopie Breemer in een zijsteeg van de Amsterdamse Leidsegracht. Het was een ontmoetingsplaats van kunstenaars, wetenschappers en schrijvers. Kramer raakte geïnteresseerd in het werk van Krop en na het zien van het meisjesportret van Leentje Varekamp vroeg de architect of hij een gevelsteen wilde ontwerpen voor zijn gebouw van de Bond van Mindere Marine Personeel in Den Helder. Ook introduceerde Kramer hem bij de J. M. van der Mey, de architect  van het nog te bouwen Scheepvaarthuis. Via Van der Mey kwam het contact tot stand met H. A. van den Eijnde, de eerstverantwoordelijke beeldhouwer van het Scheepvaarthuis. Het door Krop, als assistent van Van den Eijnde, vervaardigde beeldhouwwerk aan het Scheepvaarthuis, trok dermate de aandacht van het gemeentebestuur van Amsterdam, dat men hem een parttime dienstverband aanbood.
Misschien was zonder dit gipsen kopje van Leentje Varekamp, Hildo Krop nooit de uiteindelijke Stadsbeeldhouwer van Amsterdam geworden.

In de monografie ‘Hildo Krop’ van E.J. Lagerweij-Polak wordt gemeld dat er twee exemplaren van dit gipsen beeldje zijn afgegoten. Dit werd door de dochter van Leentje bevestigd. Zoals zij ook wist aan te geven dat het zo goed als zeker is dat het tweede exemplaar in het voormalige Nederlands Indië is achtergebleven, zo niet verloren gegaan.
Haar grootvader, Piet Varekamp, was op een zeker moment met zijn gezin naar Nederlands Indië gegaan met de beide beelden van zijn dochter Leentje. Eén exemplaar is later met Leentje teruggekomen naar Nederland.

bron: Wim Heij, Hildo Krop Museum, Steenwijk

B 1 – Gevelsteen Bond van Minder Marinepersoneel – Den Helder

Prins Hendriklaan, Den Helder

1913-14

gevelsteen den helder - foto lagerweij-polak

foto: Lagerweij-Polak

Een boei met het monogram van de bond aan een anker in de golven tegen een achtergrond van zonnestralen en een bliksemschicht. Rechtsboven 1 mei 1914, links beierende klokken.

Franse kalksteen, ca. 90 cm

architect: Piet Kramer

verloren gegaan

Rond 1897 werd in Den Helder de matrozenbond opgericht. Bij de viering van het tien jarig bestaan van de bond in 1907 begon men te denken aan een nieuw bondsgebouw. Waarschijnlijk is matroos 1e klasse Gerardus M. Nieuwenhuis de initiator hiervoor geweest. Deze was in 1906 voorzitter geworden van het hoofdbestuur. In 1909 verscheen de propagandabrochure “Op voor een nieuw gebouw”. Nieuwenhuis was bevriend met Willem H. Meijer, een van zijn voorgangers in het hoofdbestuur van de bond. Deze woonde leentje varekamp - foto loek van vlerken 16.03.2012in die periode in Amsterdam en was op zijn beurt weer bevriend met architect Piet Kramer. Het lijkt aannemelijk dat deze de opdracht voor de bouw van een gebouw voor de Bond van Minder Marine Personeel via deze contacten had verkregen. Piet Kramer kwam in die tijd regelmatig in het zogenaamde ‘Jopiehol’, het huis van de bohémien-dichter Jopie Breemer aan de Amsterdamse Leidsegracht. Het was een ontmoetingsplaats van uiteenlopende kunstenaars, wetenschappers en schrijvers. Ook Hildo Krop kwam daar dikwijls. Kramer raakte geïnteresseerd in het werk van Krop en na het zien van het meisjesportret van Leentje Varekamp uit 1913 vroeg de architect of hij een gevelsteen wilde ontwerpen voor zijn gebouw van de Bond van Mindere Marine Personeel in Den Helder.

De ‘eerste steen’ voor het Marinebondsgebouw aan de Prins Hendriklaan bij het Julianaplantsoen werd gelegd op 26 oktober 1913, terwijl de werkelijke bouw al op 12 augustus was begonnen. Naar aanleiding van de oplevering en de feestelijke opening van het gebouw schreef het hoofdbestuur in bondsorgaan Het Anker, nummer 635 van 20 juni 1914, een artikel dat aldus begon: ‘Victorie! De groote dag is aangebroken! De meest belangrijke en gewichtige dag, de meest glorieuze dag tevens voor de organisatie van den minderen marineman is gekomen. Het nieuwe gebouw wordt geopend…..’ En W.H. Meijer schreef: ‘…..op Zaterdag 20 en Zondag 21 Juni 1914 vond de feestelijke opening plaats, onder zéér grote, ja overweldigende belangstelling van geheel de Nederlandse arbeidersbeweging. Namens de oud-gasten was, voor de monumentale ingang van het gebouw, een door Hildo Krop ontworpen gedenksteen ingemetseld van ongeveer één bij twee meter, voorstellende een matroos, die een anker (symbool van “Het Anker”) door een stormachtige zee in veiligheid brengt. Namens de oud-leden en vrienden van de Bond, heb ik deze steen, met een kort toepasselijk woord, overgedragen. Het waren voor ons allen onvergetelijke dagen……’

gebouw bond van minder marinepersoneel, den helder - foto lagerweij-polak
foto: Lagerweij-Polak

In 1933 kwam de BvMMP in slecht vaarwater. De achtereenvolgende forse loonsverlagingen leidde in Surabaja in het verre Nederland Oost-Indië tot betogingen en relletjes en uiteindelijk tot de beruchte muiterij op HrMs Zeven Provinciën. Er werd ook hierna met harde hand opgetreden tegen de verschillende marinebonden, waaronder de BvMMP. Zelfs burgerbestuurders van die bonden moesten worden ontslagen. De bonden werd het werk vrijwel onmogelijk gemaakt en bovendien werd het marinepersoneel verboden nog een voet in het Marinebondsgebouw ‘de Burcht’ te zetten.
De sluitende exploitatie van het gebouw kwam onder grote druk te staan, want ook de zaalverhuur viel tegen en de verhuur aan vakantiegangers in de zomermaanden kon evenmin soulaas bieden. Uiteindelijk was men genoodzaakt het gebouw te verkopen. De rooms-katholieke vereniging Stella Maris kocht het pand in 1937 voor 24.618,62 gulden om er een RK militair tehuis in te vestigen. De sculptuur van Hildo Krop bij de ingang werd vervangen door een katholiek symbool met kruis er in. Waar de steen van Krop is gebleven, is niet duidelijk. Waarschijnlijk is het verloren gegaan. Gedurende de avond van 24 juni 1940, na het zwaarste bombardement, dat Den Helder in WOII teisterde, ging het ooit zo trotse symbool van arbeidersemancipatie in de vlammen op.

bron: Helderse Vereniging voor Sociale Geschiedenis – www.hvsg.net