Stadhuisplein, Leiden
1941-42
in de hal vóór de Burgerzaal:
a. windroos
b. bloemranken
2 liggende en 2 staande vrouwenfiguren met de letters N, Z, O, W
marmer uit de Pyreneeën (fond) / Carrarisch marmer (figuren), 180 cm (diameter geheel),
ca. 30/35 cm (figuren)
Tegen de linkerwand van de hal vóór de Burgerzaal van het Leidse stadhuis is een marmeren windroos van Hildo Krop geplaatst. De vier hoofdwindrichtingen zijn gesymboliseerd door vrouwenfiguren, waarbij het noorden de Poolster in de hand draagt. De lampjes staan in verbinding met een windvaan op de stadhuistoren en geven de actuele windrichting aan. De windroos is een geschenk van A. de Koster, directeur van meelfabriek De Sleutels te Leiden.
De gipsen modellen bevinden zich in de collectie van het Hildo Krop Museum.
b. bloemranken
smeedijzer
In het plafond van deze hal zijn de glazen cassetten van het tongewelf voorzien van smeedijzeren bloemranken, ontworpen door Hildo Krop.
Het Hildo Krop Museum bezit een houten reliëf, afkomstig uit het atelier van Krop, met dit ontwerp. Dit houten blokje is gebruikt als stempel, waarschijnlijk om het repeterende effect te kunnen beoordelen.
(Zie ook in dit verband de schaal ‘De Blanken / Krop’, waar dezelfde bloemranken terug te vinden zijn).
Aan het exterieur van het Leidse stadhuis is ook werk van Krop te vinden, met name aan de hoofdentree aan het Stadhuisplein (B 101).
bron: het Stadhuis van Leiden, Jan Dröge, 2001
Stadhuisplein, Leiden
1936-39
a. ingangsomlijsting, op pilasters:
1. ‘Gezag’
2. ‘Vrijheid’
b. aan pilasters:
1. het beleg van Leiden van 1574:
2. De universiteit
3. land- en tuinbouw
4. handel en nijverheid
c. boven de ingang: 2 leeuwen met wapens van Leiden en Nederland
Franse kalksteen op plint van graniet, 530 cm (zonder plint)
architect: C.J. Blaauw
In de nacht van maandag 11 op dinsdag 12 februari 1929 ging het stadhuis van Leiden in vlammen op. Een geblakerde ruïne bestaande uit de restanten van muren met daartussen deels verbrande balken bleef over. Van de toren, waarvan de spits ongeveer een uur na het uitbreken van de brand was ingestort, stond alleen de vierkante romp nog overeind.
In juli 1934 kreeg de architect C.J. Blaauw de opdracht het stadhuis te herbouwen. Veel Nederlandse kunstenaars hebben een aandeel geleverd bij de bouw van dit nieuwe stadhuis. Naast Hildo Krop, o.a. de beeldhouwers Johan Polet, Frits van Hall en Mari Andriessen.
De hoofdentree aan het Stadhuisplein bevindt zicht op de kop van het bouwdeel dat aanvankelijk bekend stond als de Administratie(ve) vleugel. Aan weerszijden van de entree bevinden zich zware pilasters met bekroningen van Hildo Krop. De linker laat een mannenfiguur zien als symbool van het Gezag en de rechter een vrouwenfiguur als personificatie van de Vrijheid. Ook de rest van de versiering van dit entree is van de hand van Krop: de linkerkant van de linker pilaster herinnert aan het Leidse beleg: onder het beeldje van burgemeester Pieter Adriaensz van der Werf zien we krijgstuig zoals trommels, geschut, helm met pistolen, voetboog en schanskorven. Rechts is de Leidse Universiteit gesymboliseerd met de voorstellingen van de vijf oorspronkelijke faculteiten: Wijsbegeerte, Wiskunde, Medicijnen, Rechten en Theologie. Deze staan onder de figuur van de bekende medicus en hoogleraar Hermanus Boerhaave. De rechter pilaster heeft links voorstellingen ontleend aan de Land- en Tuinbouw met bovenaan een boerenvrouw en daaronder land- en tuinbouwproducten zoals fruit, mais en granen. Aan de rechterzijde zien we Handel en Nijverheid: een fabrieksarbeider met daaronder dynamo, drukpers, ploeg, weefgetouw en de staf van Mercurius. De ingang zelf wordt afgedekt met het Leidse stadswapen en het Rijkswapen geflankeerd door twee leeuwen.
Voor het interieur van het stadhuis maakte Krop o.a. ook een marmeren windroos (B 115).
bron: het Stadhuis van Leiden, Jan Dröge, 2001