Tag archieven: koninklijke nederlandsche stoomboot maatschappij

B 10 – Hekpijlerbekroningen Kon. Holl. Lloyd – Amsterdam

KNSM-laan 311, Amsterdam

1916-21

havenarbeiders met stoomboot - foto: loek van vlerken 08.03.2011havenarbeiders met stoomboot - foto: loek van vlerken 08.03.2011


a. Havenarbeiders met stoomboot
zandsteen, 100 cm

havenarbeiders met stoomtrein - foto: loek van vlerken 08.03.2011 havenarbeiders met stoomtrein - foto: loek van vlerken 08.03.2011


b. Havenarbeiders met stoomtrein
zandsteen, 100 cm

koggeschip - foto: loek van vlerken 08.03.2011 koggeschip - foto: loek van vlerken 08.03.2011 koggeschip - foto: loek van vlerken 08.03.2011c. Koggeschip (oudste zegel van Amsterdam)
zandsteen, 80 cm

wapen van amsterdam - foto: loek van vlerken 08.03.2011 wapen van amsterdam - foto: loek van vlerken 08.03.2011
maraboe - foto: loek van vlerken 08.03.2011d. Wapen van Amsterdam (met zeevogel)
zandsteen, 80 cm

In 1899 wordt de Zuid Amerika Lijn opgericht. Deze Amsterdamse stoomvaartlijn, kortweg ‘De Zuid’ genoemd, transporteert levend vee van Argentinië naar Engeland en Hollands fokvee naar Zuid-Amerika. Regelmatig breekt er aan boord van de schepen mond-en-klauwzeer uit. Om die reden verbiedt Engeland uiteindelijk de invoer van levend vee. Voor De Zuid is het veetransport daardoor niet meer rendabel en maakt in 1908 de schepen geschikt voor het vervoer van landverhuizers. De naam ‘Zuid Amerika Lijn’ wordt gewijzigd in ‘Hollandsche Lloyd’ en niet veel later zelfs ‘Koninklijke Hollandsche Lloyd’. In de Amsterdamse haven blijft het volk de rederij overigens gewoon ‘De Zuid’ noemen. In 1915 vertrekt de Lloyd naar een ander deel van de Amsterdamse haven: de Oostelijke Handelskade. Aan de kade worden de bestaande loodsen afgebroken, en er komen nieuwe loodsen, werkplaatsen en een betonnen kantoorgebouw met een stijlvolle toren. Voor de entreepoort maakte Hildo Krop tussen 1916 en 1921 twee sculpturen met stadswapens en twee beeldhouwwerken van havenarbeiders. Deze laatsten laten stoere en gespierde arbeiders zien. Ze sjouwen met balen op de rug, slepen met zware kettingen, trossen en schoppen. Het verheerlijken van arbeiders in die periode was vooral een Amsterdamse aangelegenheid. Meer dan in welke stad dan ook was het kunstklimaat in Amsterdam doordrenkt van een grote sociale betrokkenheid. Ook de politiek, met name de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), pleitte voor begrijpelijke kunst voor het volk. Hierbij werd uitgegaan een opvoedende rol van de kunst.

ontwerpschetsen in atelier Hildo Krop – foto’s: Hildo Krop Museum, Steenwijk

Er zijn veel bouwwerken in het Oostelijk Havengebied bewaard gebleven, maar het markante gebouw van Lloyd is helaas in de jaren zeventig van de vorige eeuw afgebroken. De hekpijlerbekroningen ‘Havenarbeiders’ van Krop werden van de zuilen gehaald en opgeslagen. Door het niet op orde zijn van de Gemeentelijke Administratie wist men niet meer waar deze vier sculpturen van Krop gebleven waren. Het is illustratief hoe gemeenten toen (en soms nog steeds) met het cultureel erfgoed omgingen. Het is daarom opmerkelijk dat de beelden wel werden opgeslagen. Bij toeval vond de kunsthistoricus Ype Koopmans ze in 1994 terug. Koopmans zat in de trein, die tussen het Muiderpoortstation en het Centraalstation voor een rood sein stil stond. Hij zag op het terrein naast het spoor beelden liggen die hij onmiddellijk herkende als beelden van Hildo Krop.
Koopmans kwam in contact met Ton Heijdra, schrijver van boeken over Amsterdam en vertelde hem het verhaal over het opslagterrein langs de spoordijk. Het probleem was dat Koopmans zich niet precies herinnerde waar de trein had stil gestaan. Als ze nog in het bezit zijn van de gemeente, moeten ze bij het Stedelijk Beheer liggen, wist Heijdra. Al snel werd duidelijk dat hij inderdaad op het opslagterrein van die dienst aan de Dijksgracht moest zijn, vlak naast het spoor tussen Muiderpoortstation en het Centraalstation. “Ze hadden nog nooit van Krop gehoord,” verteld Heijdra. “Al zei de opzichter bereidwillig dat ergens op het terrein beelden lagen.” Tussen verroeste kettingen en ander schroot trof Heijdra de vier beelden aan. De beelden waren licht beschadigd. Na een restauratie van 16.500 gulden werden de vier beelden in 1998 herplaatst bij de ingang van de voormalige passagiershal van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij aan de KNSM-laan, het tegenwoordige restaurant ‘De Kompaszaal’.

Historische foto’s van de oorspronkelijke locatie van de beelden aan de ingang van de Koninklijke Hollandsche Lloyd aan de Oostelijke Handelskade:paalbekroningen - foto: wendingen 1925-2 - collectie loek van vlerken
foto: Wendingen 1925 nr.2
KNL-foto hildo krop-jos de gruyter 1938 - collectie loek van vlerken
foto: onbekende fotograaf – 1938
ingang loodsen kon.holl.lloyd - historische foto 1965 - foto: hildo krop museum
foto: onbekende fotograaf – 1965

bronnen: ‘Ontdek het Oostelijke Havengebied’, Bert Franssen en Ruud van Soest, 2012; ‘Monumentale Kunst, Categoriaal onderzoek Wederopbouw 1940-1965’, Frans van Burkom / Yteke Spoelstra, 2007; Het Parool, januari 1997; Archief Hildo Krop Museum.

B 3 – Scheepvaarthuis – Amsterdam

Prins Hendrikkade 108, Amsterdam

1913-16

a. 13 consoleportretten: Roggeveen, Van Noort, A.van Diemen,  C. Speelman, Van Spilbergen(zijde Prins Hendrikkade), P.Both, J.Pzn Coen, C. de Houtman, Jac. van Heemskerck, W. Barendsz, J. van Neck, Usselinx, Bleau (zijde Binnenkant).
dioriet, 40 cm

b. emblemen scheepvaartmaatschappijen.
gebakken aarde, 56 cm

c. Schipper en Bootsman (stuurman en matroos).
gebakken aarde, 148 cm

d. beeld hoektoren: Neptunus.
lood, ca. 200 cm

e. ingangsversiering zijde Binnenkant: School vissen in de golven.
graniet, 28 cm

f. plintversiering zijde Binnenkant: letters  ’T SCHEEPVAARTHUIS.
graniet, 52 cm

Een van de eerste uitingen van de Amsterdamse School architectuur is het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade / Binnenkant. Het werd tussen 1913 en 1916 gebouwd als gemeenschappelijk kantoorgebouw van zes Amsterdamse rederijen: De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (KNSM), de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN), de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPN), de Java-China-Japan-Lijn (JCJL), de Koninklijke West-Indische Maildienst (KWIM) en de Nieuwe Rijnvaart Maatschappij (NRM). Het ontwerp en de uitvoering van het pand werd toevertrouwd aan de gebroeders J.G. en A.D.N. van Gendt. Zij waren verantwoordelijk voor de technische uitvoering en voor het ontwerp van het betonskelet. De architectonische vormgeving lieten zij over aan de toen vrij onbekende architect J.M. van der Meij. Ook de latere Amsterdamse School-architecten M. de Klerk en P.L. Kramer werden aangetrokken. Daarnaast heeft een grote groep kunstenaars meegewerkt aan de talrijke decoraties van zowel exterieur als interieur van het gebouw. Voor de decoraties aan de buitenkant had Hendrik van den Eijnde de verantwoordelijkheid. Hij heeft veel beeldhouwwerk aan de gevel vervaardigd, zoals het monumentale entree ‘De Vier Wereldzeeën’. Piet Kramer introduceerde Hildo Krop bij van der Meij. Via deze architect kwam het contact tot stand tussen Krop en de beeldhouwer van het Scheepvaarthuis Van den Eijnde. De uitvoering van het beeldhouwwerk aan het Scheepvaarthuis werd verzorgd door een groep beeldhouwers onder leiding van Van den Eijnde met als zijn eerste assistent Hildo Krop.

vlnr: Van den Eijnde, Joop van Lunteren, Toon Rädecker, Krop (zittend) en De Klerk – foto: collectie Hildo Krop Museum.

Van Lunteren en Rädecker voerden de ontwerpen van Van den Eijnde uit. In hoofdlijnen kunnen we stellen dat de ontwerpen van het beeldhouwwerk aan de gevels voornamelijk van Van den Eijnde en Krop zijn. Het blijkt overigens, staand voor de gevel, erg moeilijk te bepalen welk werk van Van den Eijnde is en welk van Krop. De jonge beeldhouwer had in deze beginfase van zijn carrière nog niet een duidelijke eigen signatuur. (Dit betreft zeker de 1e fase van het Scheepvaarthuis). Door de door Krop geautoriseerde oeuvrecatalogus van drs. E.J. Lagerweij-Polak, de nicht van de beeldhouwer, hebben we een goed beeld van het werk van Hildo Krop aan het Scheepvaarthuis. (Het is overigens wel gebleken dat bij het samenstellen van de oeuvrecatalogus er wel wat hiaten en onjuistheden zijn binnengeslopen. Dit komt ook omdat Lagerweij-Polak de beeldhouwer op hoge leeftijd over zijn werk interviewde en Krop zich niet alles meer haarscherp kon herinneren).
In deze oeuvrecatalogus wordt vermeld dat Krop 13 van de 15 consoleportretten hakte:


Roggeveen, Van Noord, Van Diemen, Van Spilbergen, Speelman 


Both, Coen, Houtman, Van Heemskerk

Barendsz, Van Neck, Usselinx, Bleau

De versieringen aan de gevel van het Scheepvaarthuis, die de geschiedenis van de Nederlandse scheepvaart op de wereldzeeën laat zien, konden rijkelijk aan de gevel worden verwezenlijkt omdat er niet vanuit de constructie van het gebouw gedacht behoefde te worden. De bakstenen  gevel was immers een omhulsel rond het betonnen skelet. De consoles bijvoorbeeld met de gebeeldhouwde koppen van de grote namen uit de zeevaart, kooplieden, ontdekkingsreizigers en gouverneurs van Indië  hebben dan ook geen andere functie dan decoratie. Deze niet dragende balken zijn vooral in het ontwerp opgenomen vanwege de symbolische betekenis. Het zijn ‘draagstenen als dragers van portretten van grootheden uit de Nederlandse welvaart’, zoals Lagerweij-Polak het noemt. Als voorbeeld voor deze portretten gebruikte Krop oude gravures.

gevel scheepvaarthuis - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Het werk aan het Scheepvaarthuis was voor de ontwikkeling van Krop van grote betekenis. Hij leerde hier het bewerken van een ongelofelijke verscheidenheid aan materialen: van gebakken aarde tot graniet, van gips en hout tot lood en ijzer. “Maar eigenlijk was het werk aan het Scheepvaarthuis voor alle beeldhouwers van groot belang. Hier werd voor het eerst in Nederland door de beeldhouwers met luchtdrukhamers gewerkt. Het Scheepvaarthuis heeft hierdoor een reuze stoot gegeven in de ontwikkeling van de beeldhouwkunst”, aldus Krop in 1969 in een televisie interview.

Daarnaast was een nieuwe, symbolische beeldtaal voor de jonge Hildo Krop van groot belang. Eind negentiende eeuw was er een tijd ontstaan waarin men een materialistische kijk op het leven had. Het symbolisme probeerde aan deze tendens een tegenwicht te bieden door een meer gerichtheid op het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. Het symbool stond daarbij centraal; een zintuiglijk waarneembaar teken dat een ingang geeft tot een niet-zintuiglijke wereld.

Krop had op het punt van symboliek veel geleerd van Van der Meij. Een mooi voorbeeld hiervan is terug te vinden onder de ramen van de verschillende maatschappijen welke gehuisvest zouden worden in het Scheepvaarthuis. Deze symbolen in terracotta, die door Krop werden ontworpen, verbeelden de vaarroutes en de gebieden waar de desbetreffende maatschappijen handel dreven.

embleem scheepvaartmij - foto: loek van vlerken 28.04.2011

De KNSM (Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij) laat Hercules zien, die de naar hem genoemde zuilen omklemt. De Zuilen van Hercules was de oude aanduiding van de Straat van Gibraltar, de zee-engte die de Middellandse Zee verbindt met de Atlantische Oceaan. De zuilen zijn de vooruít stekende rotsen: de Monte Hacho in Afrika en de Rots van Gibraltar in Europa.

embleem scheepvaartmij - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Voor de KWIM (Koninklijke West-Indische Maildienst) ontwierp Krop embleem waar twee bewoners van Suriname in een kano zitten. Bijzonder is de kogelvis die in de wateren van de Noord Atlantische Oceaan voor de Surinaamse kust leeft.

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 03.08.2016

De NRM (Nieuwe Rijnvaart Maatschappij) met de namen van twee zijrivieren van de Rijn; de Neckar en de Main. Door deze namen op het embleem golven de lange gouden haren van de Loreley-nimf.

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 03.08.2016

Het symbool van de JCJL (de Java-China-Japan-Lijn) was een Boeddhabeeld (Java): Het boeddhisme in Indonesië was een belangrijke religie op Sumatra en Java, een draak (China): de Chinese draak wordt gezien als een teken van geluk en een chrysant (Japan): de gele bloem van de chrysant is in Japan het symbool van de zon en het licht (onsterfelijkheid).

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Een anker tussen een kreeft en een steenbok wijst op de route van de KPM (Koninklijke Paketvaart Maatschappij) tussen zuidelijke steenbokskeerkring en de noordelijke kreeftskeerkring .

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 28.04.2011

De SMN (Stoomvaart Maatschappij Nederland) wordt gesymboliseerd door een weegschaal (de evenaar) met een gordel naar een beeldspraak van Multatuli uit Max Havelaar: ’t prachtig rijk van INSULINDE dat zich daar slingert om de evenaar, als een gordel van smaragd …

Zowel links als rechts van de hoofdingang zijn twee springende paardjes aan de gevel te vinden, met kwal en inktvistentakels. Dit zijn de paarden van Neptunus – als symbool voor de golven van de zee. Niet zeker is of deze terracotta paardjes van de hand van Krop zijn, maar het is in ieder geval wel bijzonder dat hij dit soort figuratie later gaat gebruiken bij bouwbeeldhouwwerk. Aan verschillende gevels van scholen maakte hij een dergelijk springende paardjes, zoals bijvoorbeeld aan de kleuterschool ‘De Veulens’, nu Museum Het Schip,  in de Oostzaanstraat in de Rubensstraat aan de zijgevel van het huidige Gerrit van der Veen College.


Springende paardjes in de Oostzaanstraat en de Rubensstraat

schipper en bootsman - foto: loek van vlerken 20.04.2011

Naast al dit symbolisch bakwerk zijn ook de figuren van een stuurman en een matroos, ook in terracotta, van de hand van Hildo Krop. Deze figuren worden langs het gebouw aan de Prins Hendrikkade en Binnenkant vele malen herhaald.

Naast deze figuren plaatste hij steeds verschillende producten, die rond 1900 door de maatschappijen werden vervoerd zoals koffie, thee, kruiden, specerijen, etc.

neptunes - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Op de hoektoren boven de ingang van het Scheepvaarthuis staan twee in lood gegoten afbeelding van elk twee meter hoog. De linker, Neptunus, is een ontwerp van Krop. Het andere beeld, Fortuna, was een ontwerp van Van der Eijnde, aldus Krop in Lagerweij-Polak.

ingang zijde binnenkant - foto: loek van vlerken 20.04.2011

Voor de ingang aan de Binnenkant maakte Krop een school vissen in de golven als ingangsversiering, ook gehakt in graniet.

plintversiering - foto: loek van vlerken 28.04.2011

plintversiering - foto: loek van vlerken 21.04.2011

Krop ontwierp de plintversieringen in natuursteen, zowel  langs de Prins Hendrikkade als de Binnenkant. Ook voor de letters op deze plint, die samen het woord ’t Scheepvaarthuis’ vormen, is Krop verantwoordelijk. Dezelfde letters zouden worden herhaald bij de uitbreiding van het gebouw, welke plaats vond tussen 1926 en 1928 (zie hiervoor B 61).

timpaan met walruskoppen - foto: loek van vlerken 30.11.2013

Mogelijk is het timpaan met walruskoppen boven de zij-ingang aan de Prins Hendrikkade ook van de hand van Krop. Zie hiervoor bij: Toegeschreven aan Hildo Krop – B3a

bronnen:
‘Het Scheepvaarthuis, een schepping van de bijna vergeten architect J.M. van der Meij’ – F. van Sloteren, Ons Amsterdam, mei 1985 jrg. 37 nr.5;
‘Van der Mey en het Scheepvaarthuis’ – Boterenbraad/Prang, 1989;
‘joan melchior van der meij – architect’ – Michiel Kruidenier/Paul Smeets, nai010,   2014.