tussen Spaarndammerstraat en Houtmankade, Amsterdam
1920-22
2×2 viaductbekroningen
1. Overvloed: faun en mensenpaar (mensheid), fruit (overvloed), torsende man, slangen
2. Verkeer (2x): drie arbeiders, lopende man, slangen
basaltlava, 380 cm
architect: A.J. Westerman
opdracht van het rijk, uitgevoerd door Publieke Werken, Amsterdam
foto: Hildo Krop Museum, Steenwijk
Bij de vier pijlerbekroningen van het spoorwegviaduct bij de Spaarndammerstraat heeft Krop twee voorstellingen gebruikt: ‘Overvloed’ en ‘Verkeer’. Bij ‘Overvloed’ zien we voor een grote bol een man en een vrouw staan. Daaronder staat een man die overvloedig veel fruit torst. Onder zijn knieën zijn drie slangenkoppen waarneembaar. Aan de achterzijde van het beeld, aan de spoorkant, blijkt dat een faun de enorme bol op zijn rug draagt. Dit is echter vanaf de straat wat moeilijker te zien. Op de historische foto, gezien vanaf spoorniveau, is deze faun goed waarneembaar. Op de achtergrond de in 1968 gesloopte Maria Magdalena Kerk van P. Cuypers. Bij de andere beeldengroep met het thema ‘Verkeer’, staan om de bol een mijnwerker (alleen van af spoorzijde te zien), een havenarbeider en een spoorwegarbeider.
Ook voor deze beeldengroepen liet Krop zich inspireren door het gedicht ‘Pan’ van Herman Gorter. Deze oer-faun Pan heeft bij Gorter de rol van strijder tegen het kapitaal, een revolutionair die het proletariaat helpt het paradijs op aarde te verwezenlijken. Als de slang is overwonnen is de geest de heerser van de wereld.
Faunus is de Romeinse god van de natuur. Ook hij draagt horens. Zijn gevolg bestaat uit faunen: half geit, half mens, zowel mannelijk als vrouwelijk. Anders dan Faunus en Pan zijn zij geen volle goden maar halfgoden, net als de nimfen en de satyrs. Zij leven buiten bereik van de menselijke wereld in de natuur, tussen flora en fauna.
In het tweede boek Pan (1912) van Gorter daalt Pan af naar de aarde. Hij bezoekt de fabrieken van de arbeiders en hij ziet het leed dat door de uitbuiting van het kapitalisme veroorzaakt. Hij maakt een staking mee. Hij ziet de arbeiderskracht groeien en raakt ervan overtuigd dat de revolutie noodzakelijk is. Hij ziet hoe het Gouden Meisje de arbeidersklasse toezingt en vervult met vuur. Hij bezoekt ook een bijeenkomst van arbeidersvrouwen:
En ook een vergaad’ring van vrouwen, die
Nog niet in den strijd waren, bezocht Pan.
Die vrouwen zaten stil te luisteren.
Een storm sloeg over hen van trotsche woorden:
‘Vrouwen, vereenigt u, en strijdt met ons,
Strijdt met ons mee den revolutie-strijd,
Staakt tegen de patroons en maakt een bond
Met de mannen voor nieuwe maatschappij.’
(p. 184)
Halverwege de jaren negentig werd het spoorwegviaduct verbreed. Gelukkig bleven de beelden gehandhaafd, maar aan de Westerparkkant werden witte geglazuurde stenen aangebracht, waardoor het geheel een andere uitstraling heeft gekregen. Vanaf de Spaarndammerstraat is de aanblik nog authentiek met de rode baksteentjes.