V 176 – Opvliegende roofvogel – Steenwijk

1961

Hildo Krop Museum, Steenwijk


wit-donkergroengeaderd marmer, 27 cm

Hildo Krop maakte in zijn leven uitsluitend figuratieve beelden. Toch was hij geen tegenstander van meer experimentele, naar de abstractie neigende vormen van de beeldhouwkunst. Dit is bijvoorbeeld te zien in zijn opvliegende roofvogel uit 1961. Het marmer van het achterlijf en de poten van de vogel zijn slechts een aanzetting, vrij grof en bijna onbewerkt. Fraai is overigens het effect van de donkergroene aders van het marmer in de vleugelpartijen, die snelheid suggereren.
Een beeldhouwwerk was, in de visie van Krop, pas een kunstwerk als het meer was dan een bewerkt stuk steen of brons. Het moet iets uitstralen, iets symboliseren en een vorm hebben die gevoelens en/of verlangens bij mensen losmaken. Zijn credo was dat kunst en gemeenschap onverbrekelijk met elkaar verbonden dienen te zijn. Een kunstenaar is een dienaar van de gemeenschap.

bron: De mens en kunstenaar Hildo Krop – Wim Heij, 2006