V 38 – Le Sacre du Printemps of Het Jonge Leven – Amsterdam

Particuliere collectie

1920

brons, 72 cm

Na honderd jaar is het beeld Le Sacre du Printemps of Het jonge leven van Hildo Krop erg geoxideerd. Het bronzen kunstwerk heeft namelijk jarenlang in de buitenlucht gestaan. In 2019 is het beeld gerestaureerd bij de firma  Binder in Haarlem, waarbij de overmatige oxidatie is verwijderd. Dit bedrijf is dezelfde bronsgieterij waar het beeld oorspronkelijk is gegoten (destijds was de naam Bronsgieterij de Plastiek te Bloemendaal).

na restauratie in 2019 – foto: D. Oosterhoff

Het beeld, ontworpen voor de firma Winkelman & Van der Bijl, laat een man en een zwangere vrouw met vruchten zien, staande op een kop van een uil.

foto: D. Bastenhof

Van het mannenfiguur bestaat een bronzen studie. Dit beeld bevindt zich in een particuliere collectie.

Van het beeld ‘Le Sacre du Printemps’ en dan met name de uilenkop waar het paar op staat, doet sterk denken aan een ander beeld (niet toegeschreven aan Hildo Krop), dat niet ver van Krop’s oude atelier aan de Plantage Muidergracht staat. Op het J.W. van Overloopplantsoen staan naast een muurfontein twee koppen uit 1924 voorstellende Dag en Nacht.

Op 12 juli 1922 besluit de Gemeente Amsterdam steun te verlenen aan noodlijdende kunstenaars. Een bedrag van tienduizend gulden wordt tot dit doel beschikbaar gesteld. Er worden verschillende opdrachten verleend aan Amsterdamse  kunstenaars. Ook John Rädecker krijgt een opdracht om een fontein te creëren aan het J.W. van Overloopplantsoen. De beeldhouwer vindt dat hij niet noodlijdend is en gaat niet in op het verzoek. Hierna wordt de opdracht aangeboden aan Theo van Reijn. Hij vraagt de gemeente hiervoor een voorschot. Deze beeldhouwer vindt het bedrag wat hem wordt aangeboden te laag en ziet af van de opdracht. Na overleg tussen de gemeente en Van Reijn komt men tot een compromis: Theo van Reijn maakt een ontwerp en de assistenten van Hildo Krop voeren het werk uit.

Krop heeft gedurende zijn carrière als beeldhouwer vrijwel altijd assistenten in dienst gehad om zijn werk vóór te hakken. Dat was geen luxe, want Krop kreeg zoveel opdrachten, dat hij deze zonder assistenten nooit  in één mensenleven had kunnen vervaardigen. Inmiddels zijn we twee jaar verder als Theo van Reijn met een ontwerp komt voor de fontein, dat door Krop’s assistent Toon Rädecker uitgevoerd moet worden. Het ontwerp van Van Reijn blijkt echter veel te duur en er ontstaat een impasse. De afdeling Kunstzaken van de gemeente vindt het allemaal veel te lang duren en wil de opdracht intrekken. Dan laat Krop ineens weten dat Toon Rädecker het werk al af heeft.

Waarschijnlijk had Krop zelf de knoop al doorgehakt en het ontwerp van Van Reijn terzijde geschoven en een nieuw ontwerp gemaakt of heeft Toon Rädecker een voorbeeld uit Krop’s atelier gebruikt. In het atelier stond namelijk het gipsen model van Le Sacre du Printemps of Het Jonge Leven gedurende de periode dat Toon Rädecker aan de fonteinbeelden werkte. Als we de kop van de uil van Krop’s beeld vergelijken met de koppen van de fontein van het Van Overloopplantsoen, kunnen we niet uitsluiten dat Le Sacre du Printemps van Krop model heeft gestaan voor de beelden Dag en Nacht.

Bronnen: Overheid en kunst in Nederland,Emanuel Boekman, 1939;  Gemeente Archief Amsterdam; Ton Heijdra