Gouden dansertje – Steenwijk

ca. 1953

Hildo Krop Museum, Steenwijk

goud geglazuurd keramiek, 8,8 cm

Vanaf 1948 tot en met 1953 zien we in het keramische werk van Hildo Krop regelmatig, geheel of gedeeltelijk, goud geglazuurde plastieken. In 1948 maakt hij een urn (V 140) met gouden figuren; in 1950 ‘De heilige Drie-eenheid’ (V 147), polychroom met goud; in 1951 de serie ‘De Walletjes’ (V 151) met het zittende meisje met drie matrozen (Het Gouden Vrouwtje) en rond 1952 ‘Liggend paar’ (V 153), waarbij het vrouwfiguur is verguld.

Dat Krop deze werken verguldde, heeft behalve een decoratieve ook een symbolische waarde. Waren de gouden figuren van Krop in de jaren twintig nog terug te voeren naar Herman Gorters gedicht ‘Pan’, waar het Gouden Meisje gezien wordt als de nieuwe mens in een ideale wereld, moet het gouden vrouwfiguur eind jaren veertig/begin vijftig meer gezien worden als de eeuwige vrouw, de bron van het leven.

Bij dit kleine dansfiguurtje blijkt Krop nog altijd gefascineerd te zijn op de dansende mens. Een van de eerste ontmoetingen van Krop  met de dans was in 1920 bij een optreden van de danseres Gertrud Leistikow. Deze danseres heeft Krop daarna nog regelmatig bewonderd en uitgebeeld in de jaren twintig van de vorige eeuw (V 40).  Ook maakte Krop rond 1953 enkele keramische werken van dansers in beweging (V 160). Mogelijk is het kleine gouden dansertje (danseresje ?) hiervan een studie. Het goud bij dit sculptuurtje kan gezien worden als de extase waarin het figuur door de dansbewegingen is geraakt.