Tag archieven: drees w.

Mo 58 – Troelstra monument – Leeuwarden

Oldehoofster Kerkhof, Leeuwarden

1961-62
pieter jelles troelstra - foto: loek van vlerken 15.01.2014  pieter jelles troelstra - foto: loek van vlerken 15.01.2014 pieter jelles troelstra - foto: loek van vlerken 15.01.2014
pieter jelles troelstra (detail achterzijde) - foto: loek van vlerken 15.01.2014brons (beeld), 290 cm, muschelkalksteen (sokkel), ca 200 cm

In 1961 kreeg Hildo Krop de opdracht van de gemeente Leeuwarden om een standbeeld te maken van de socialist Troelstra. Deze opdracht ontving Krop vanwege het eerdere beeldhouwwerk voor de Friese hoofdstad, het borstbeeld van de burgemeester van Leeuwarden Wilco Julius van Welderen baron Rengers (1834-1916) uit 1955, waar men zeer tevreden over was (Mo47). Krop, die zelf in zijn jeugd, aan de hand van zijn vader Troelstra had horen spreken, gaf hem weer als de volksmenner, die het volk wil overtuigen om op te komen voor hun rechten.

In eerste instantie had Krop het figuur een wat andere uitstraling gegeven door de rechterarm omhoog te richten, zoals op een foto uit het archief van het Hildo Krop Museum laat zien. We zien hier de beeldhouwer aan het werk aan het  model.

foto: hildo krop museum, steenwijk

Ook bestaat er van dit model een groen geglazuurde keramische uitvoering van nog geen 30 cm. Dit beeldje bevindt zich in de collectie van het Gemeentemuseum Helmond.  Aangenomen werd dat Krop  de opgeheven arm van Troelstra wat heeft laten zakken omdat het beeld mogelijk teveel zou lijken op het beeld van Domela Nieuwenhuis uit 1931 van de beeldhouwer Johan Polet op het  Nassauplein in Amsterdam.

Maar of dit de reden is mag worden betwijfeld.

In de Leeuwarder Courant van 21 april 1962 schrijft een journalist die een bezoek bracht aan het atelier van Krop het volgende:
‘Overal in zijn atelier staan Troelstra’tjes. Daar onder die tafel staat er een met zijn vinger vermanend opgeheven – “was dat een schoolmeester”, vroeg een Zwitserse vriend. Toen die dat had gezegd, had dat ontwerp voor Hildo Krop meteen afgedaan. Niet omdat hij iets tegen schoolmeesters heeft, maar omdat Troelstra geen schoolmeester was’.

Het Nieuwsblad van het Noorden van 3 maart 1964 geeft een weer iets andere verklaring voor de arm-wijziging:
Dat Krop ondanks zijn geweldige oeuvre voor Amsterdam toch zijn onafhankelijkheidszin heeft behouden bleek enige jaren geleden toen het comité tot oprichting van het standbeeld voor Pieter Jelles Troelstra te Leeuwarden al had goedgekeurd, waarna Hildo Krop het toch in elkaar trapte. Een Zwitserse collega had namelijk verondersteld dat het een beeld van een dominee was. Het beeld wees immers met zijn vinger recht naar de hemel!. … Op eigen risico maakte Krop een nieuw beeld met een wat minder hoog geheven hand en dàt staat nu in de Friese hoofdstad.’

Op 6 oktober 1962 werd het standbeeld van Troelstra in zijn geboortestad Leeuwarden onthuld door de socialistische oud-premier Willem Drees. Niet iedereen was gelukkig met het resultaat. Velen vonden het beeld ’te ruig’, hoewel de weduwe van Troelstra de uitdrukking juist goed getroffen vond.

Pieter Jelles Troelstra (1860-1930) is naast advocaat, journalist en dichter in de Friese literatuur, vooral bekend geworden als de socialistische leider van de SDAP. Gedurende een periode van ruim dertig jaar speelde hij een leidende rol in deze Socialistische Democratische Arbeiders Partij. Ook is hij bekend van de zogenaamde ‘Vergissing van Troelstra’. In november 1918 werd door de SDAP-voorman Troelstra de arbeiders opgeroepen tot revolutie. Als gevolg van de economische situatie en andere revoluties die speelden, meende Troelstra dat ook in Nederland de tijd rijp was voor politieke verandering. Zo heerste in Duitsland en Rusland het internationalisme, met het idee dat maatschappelijke veranderingen zich niet tot een land op zich moesten beperken, maar juist over de wereld verspreid moesten worden. Er moest wereldwijd een eind komen aan het kapitalisme. Uiteindelijk doofde de revolutie binnen een week. Een week waarin het land op scherp stond, waarin de politie in Utrecht werd met karabijnen bewapend, in Amsterdam een extra peloton cavalerie werd geïnstalleerd en het koningshuis extra bewaking kreeg. Maar de socialisten konden hun woorden niet omzetten in daden, de SDAP was intern verdeeld en de contrarevolutie won terrein door overal, in de pers en op plakkaten, steun aan het wettig gezag te proclameren.

bron: Wikipedia; Leeuwarder Courant 21.04.1962; Nieuwsblad van het Noorden 03.03.1964