Tag archieven: granpré molière m.j.

B 34 – voormalig Huize Weiduin – Wassenaar

Prins Frederiklaan 28, Wassenaar

1922

snijwerk aan trap – eikenhout – afm. onbekend

In 1918 werkte Hildo Krop samen met de architect M.J. Granpré Molière bij het project ‘Tuindorp Vreewijk’ in Rotterdam (B 17). Deze samenwerking kreeg in 1922 een vervolg bij de bouw van een villa in Wassenaar, ‘Huize Weiduin’. Krop kreeg het verzoek van Granpré Molière om voor de trap van deze villa, snijwerk te vervaardigen. Krop sneed een eikenhouten versiering, waarbij hij het dierenleven in de duinen verbeeldde.
Bij een verbouwing is de trap gesloopt en is het kunstwerk van Krop waarschijnlijk verloren gegaan.

B 17 – Bovenlichtversieringen huisdeuren Tuindorp ‘Vreewijk’ – Rotterdam

Dreef 99 – 121 onevennummers,
Melkpad 15 t/m 33 onevennummers,
Melkpad 39 en 41,
Weipad 13 en 15, Rotterdam

1918

gehurkte gekroonde figuur - foto: loek van vlerken 15.08.2013
fruit- en bloemmotieven - foto: museumwoning vreewijk 2016
zonnebloemen - foto: archief hildo krop museum
klokbloemen - foto: archief hildo krop museum
fruit- en bloemmotieven - foto: museumwoning vreewijk - 2018
papegaai - foto: museumwoning vreewijk - 2018
zonmotief - foto: museumwoning vreewijk 2016
waaiermotief - foto: museumwoning vreewijk 2016
gehurkte gekroonde figuur - foto: loek van vlerken 15.08.2013 dreef 105, vreewijk - foto: loek van vlerken 15.08.2013voorstelling:
. fruit- en bloemmotieven
. gehurkte gekroonde figuur
. papegaai
. palmetvormig zonmotief

gepolychromeerd hout, 31 cm

Architect: M.J. Granpré Molière

gehurkte gekroonde figuur - foto: lagerweij-polak
“Gekroonde figuur” nog in onbeschadigde staat – foto: lagerweij-polak

Aan het begin van de 20e eeuw waren de woonomstandigheden van de Nederlandse arbeidsbevolking vaak erbarmelijk, niet alleen op het platteland maar vooral ook in de steden. De steden waren volledig uit hun voegen gegroeid door de trek van arbeiders naar de grote steden op zoek naar werk. De zogenaamde revolutiebouw, de 19e-eeuwse gordels die rondom de centra ontstonden, konden de nood niet lenigen. Integendeel, vaak waren dit benauwde rug-aan-rug woningen van slechte kwaliteit, met nauwelijks sanitaire voorzieningen en smalle trappen. Aan deze misstanden moest de Woningwet van 1901 een einde maken. In Rotterdam was het de directeur van de Rotterdamsche Bankvereeniging, K.P. van der Mandele, die in 1913 het initiatief nam om deze misstanden te lijf te gaan, door de N.V. Eerste Rotterdamsch Tuindorp in het leven te roepen. Het doel van deze N.V. was “het stichten en exploiteren van een of meer tuindorpen, bijzonderlijk ten behoeve van de minder gegoede bevolkingsklasse”. Het eerste resultaat was Tuindorp Vreewijk, geen tuindorp dat aan een bedrijf was gekoppeld, maar een tuinwijk die onderdeel was van de stadsuitbreiding in Rotterdam-Zuid. Behalve arbeiders gingen er ook veel kantoorbedienden, ambtenaren en onderwijzers in Vreewijk wonen. De huurders werden geselecteerd op factoren als werkkracht, een goed gezinsleven, werkgeschiktheid en het bezit van kinderen; kortom modelgezinnen. De socialistische SDAP was sterk vertegenwoordigd. De woningen in Vreewijk waren uiterst eenvoudig van opzet, maar de eengezinswoningen met tuintje vormden wel een verbetering ten opzichte van de alkoofwoningen in de rest van de stad.
Een groot deel van de huizen werd ontworpen door Granpré Molière. Op het gebied van de woningbouw was het experiment van deze architect in Vreewijk opmerkelijk. Hij wilde namelijk de bewoners nauw betrekken bij de versiering van hun woning en hen stimuleren zelf de bovenlichten van hun deuren te vervaardigen met traditionele motieven uit de volkskunst. Er moest echter wel een eenheid ontstaan. Om te voorkomen dat de woningen met de meest vreemde versieringen werden uitgedost, vroeg hij Hildo Krop in 1918 een aantal reliëfs als voorbeeld te ontwerpen. Krop sneed zes, 30 cm hoge reliëfs uit hout, met voorstellingen van o.a. een gekroond figuur, papagaai, bloemen en vruchten en polychromeerde ze. Maar geen enkele bewoner werd hierdoor aangespoord om ook een verfraaiing aan de woning te vervaardigen. Krop probeerde het nog eens, nu met een eenvoudig motief; een zon met stralenkrans en een waaiervormig reliëf. Deze versieringen werden niet gepolychromeerd maar eenvoudig wit geschilderd. Maar ook deze keer kwam er van de bewoners geen enkel respons, zodat uiteindelijk alleen de voorbeelden van Krop een aantal woningen sierden. In de loop der jaren zijn de meeste van deze ‘Krop-reliëfs’ verloren gegaan. Er was nog slechts één gehurkte gekroonde figuur van Krop aanwezig (Dreef 105). Overigens in zeer slechte conditie. Van de wit geschilderde bovenlichtversieringen bestaan nog twee figuren één met zonmotief (Heggepad 14) en één met waaiervormig motief (Reigerpad). Van dit laatste motief wordt niet gesproken in de oeuvrecatalogus van Lagerweij-Polak, maar aangenomen mag worden dat deze ook van de hand van Krop is.

In 2016 werden twee ornamenten met de voorstellingen fruit- en bloemmotieven herontdekt. De ornamenten zijn in bezit van een particulier. Een exemplaar heeft een plaats gekregen in de museumwoning van Museum Vreewijk, Lede 40.
In 2018 werden foto’s van de papegaai en verschillende bloemmotieven gevonden.

De woningen van Vreewijk zijn in 2019/2021 gerenoveerd waarbij de nog bestaande ornamenten werden gebruikt voor onderzoek, o.a. naar kleur. Daarna werden er replica’s gemaakt voor herplaatsing aan de Dreef in september 2021. Bijzonder  is het dat  honderd jaar na de bouw, de huizen van Vreewijk hun Hildo Krop- figuren weer terug hebben.

bronnen:
architectuurinrotterdam.nl
Vreewijk Museum, Jan Haak
Netty van der Ende, Tuindorp Vreewijk