Tag archieven: post k.

Staand vrouwelijk naakt met handen vrij voor de borst – Steenwijk

Hildo Krop Museum, Steenwijk

ca. 1950

gips, 105 cm

Vlak na de Tweede Wereldoorlog kwam er in het woonhuis aan de Plantage Muidergracht, op het erf waar Hildo Krop zijn werkplaats had, een nieuw gezin wonen. Dit grote huis, eens het woonhuis van Krop zelf, stond leeg en werd toegewezen aan een gezin met tien kinderen, de familie Post. Eén van de kinderen schreef in zijn herinneringen over de tijd dat hij op het erf van Krop woonde: “Regelmatig zagen wij de mooiste vrouwen van Nederland onze woonkamer passeren. Miss Holland hebben we gezien en de mooiste top modellen die de Nederlandse Academie van Schone Kunsten maar kon krijgen poseerden voor Hildo Krop.”

Deze gipsen studie van een vrouwelijk naakt is een van de vele naakten welke Hildo Krop in die periode maakte.  Het is niet bekend of Krop deze studie heeft uitgewerkt.       

bron: Verhalen over Krop als buurman, Kees Post, ca. 1955

V 96 – Zittend vrouwelijk naakt

1932-34

Particuliere collectie


gelakt esdoornhout (taille directe), 115 cm

Vanaf ca.1920 werkte Hildo Krop in een speciaal voor hem door de gemeente Amsterdam gebouwd atelier achter zijn woning aan de Plantage Muidergracht 105. Later had hij ook de beschikking over de grote stenen paardenstal tegenover de woning en het tussenliggende pleintje. Daar ontstonden tot aan zijn dood in 1970 vrijwel al zijn beeldhouwwerken. De woning verliet hij al na zo’n vier jaar. Na hem betrok de familie Post de woning. Het gezin bestond uit vader en moeder en tien kinderen. De arbeiders van het atelier en ook Krop zelf, kwamen regelmatig bij het gezin over de vloer. De kinderen speelden als er niet gewerkt werd op het atelierterrein, waar grote kolossale granieten en marmeren kunstvoorwerpen lagen. Van tijd tot tijd kwamen er ook modellen naar Krops’ atelier en volgens de toenmalige 16 jarige Kees Post waren dat soms de mooiste vrouwen van Nederland. Althans dat schrijf hij in het herinneringsboekje ‘Verhalen over Krop als buurman’ uit ca. 1955, dat in het archief van het Hildo Krop Museum ligt. In 1932 wilde Hildo Krop een groot houten beeld maken voor de solo-tentoonstelling in 1934, die hem was aangeboden naar aanleiding van zijn vijftigste verjaardag. Het zou een zittend vrouwelijk naakt van esdoornhout moeten worden van meer dan een  meter hoog. Gezien de fraaie modellen die de jonge Kees over het terrein zag lopen, moest het wel een prachtig beeld worden. Groot was dan ook de teleurstelling toen het werk af was. Kees kwam kijken in het atelier en zocht naar een Mona Lisa of Minerva beeld, compleet met alles erop en eraan. Toen zei Hildo “Kees, jongen, hier is dat beeld hoor” en hij wees naar ‘die zittende tante’, zoals Kees het beeld beschreef.  Hij had iets heel anders gehoopt te zien. Om er snel tussen uit te kunnen knijpen was zijn antwoord: “me moeder roept me”. En weg was Kees. 

het nog ongelakte beeld in het atelier – foto: hildo krop museum, steenwijk


Ook Krop zelf was in eerste instantie niet helemaal tevreden met het resultaat. Dit betrof niet de gebeeldhouwde vormen, maar het lag meer aan het materiaal. Esdoornhout heeft een nogal lichte kleur, waardoor het beeld een wat vlakke uitstraling had. Om de lijnen en vormen beter te laten uitkomen, wilde hij het beeld donkerder hebben. Na enkele testen besloot hij het beeld af te spuiten met zwarte autolak en dat pakte erg goed uit. De donkere kleur onderstreepte het zware, ‘primitieve’ zoals bij een middeleeuwse zwarte madonna. Volgens E.J. Lagerweij-Polak in de monografie ‘Hildo Krop’, kan het kunstwerk gezien worden als de verbeelding van een oermoeder of een aardse godin of, zoals Jos de Gruyter het verwoordde in zijn monografie over Krop uit 1938: ‘een moeder, het stabiliserende beginsel in de natuur, een idool dat eigenlijk niet thuis hoort in een museum’. Dit prachtige beeldhouwwerk staat dan ook niet in een museum, maar bevindt zich in een particuliere collectie.

bron: Verhalen over Krop als buurman, Kees Post, ca. 1955

In 1952 stond het beeld wél in een museum. Het Stedelijk Museum in Amsterdam toonde het beeld, zoals de foto uit de catalogus laat zien:

Overigens moet er bij het verhaal van Kees Post wel een kanttekening worden geplaatst. In zijn verslag suggereert hij, door middel van een afbeelding van het beeld, dat het zou gaan om het ‘Zittend vrouwelijk naakt’ uit 1932-34. Gezien het feit dat de familie Post pas na de Tweede Wereldoorlog aan de Plantage Muidergracht is komen te wonen, lijkt het niet waarschijnlijk dat het om dit beeld zou gaan.