Dit fonteinfiguur, geplaatst op de rand van het bekken, werd gemaakt voor fa. Winkelman en Van der Bijl. Er bestaan twee exemplaren van dit werk. Een exemplaar was in bruikleen bij het Singermuseum in Laren, maar werd in 1990 verkocht. De tegenwoordige verblijfplaats is onbekend.
Vlak na de Eerste Wereldoorlog kwam Gertrud Leistikow
(1885-1948) naar Nederland en introduceerde hier de moderne ofwel ‘Duitsche’
dans. Leistikow bedacht haar eigen dansen zonder gebruik te maken van de
ballettechniek. Ook danste zij regelmatig met maskers van o.a. Hildo Krop. Bijzonder
in dit verband is haar Faundans. In een ‘stille’ film van Maurits Binger
(Filmfabriek Hollandia) uit 1914 met de titel Gertrude Leistikow danst op
Groenendaal, laat de danseres een suggestieve Faundans zien, waarin ze aan de
rand van een bron een ‘dolle’ dans ten uitvoer brengt. Jacobien de Boer suggereert
in haar Leistikow-boek Dans voluit, dat
is leven (2014), dat Krop wellicht voor het maken van deze ‘vrouwelijke faun
met vogels-fontein’ geïnspireerd raakte door deze Faundans.
In 1953 maakte Hildo Krop een portretkop (36 cm) in terracotta (V 165) van zijn vriend, de Vlaamse (portret-)schilder baron Isidore Opsomer (1878-1967).
Vrijwel direct hierna verbeeldde hij de schilder nog eens groot en zittend in bureaustoel met uitgestreken rechterhand met potlood (V 167). Over dit figuurportret schreef de Nederlandse kunstcriticus W. Jos de Gruyter in 1954: “Ik ken nauwelijks een andere beeldhouwer, die zo sterk het zitten van zijn gestalte beklemtoont als Krop. Het staan of zitten van de figuur heeft voor hem een even fundamentele waarde als het man- of vrouw-zijn”. De stadsarchitect ir. J. Leupen over dit zelfde beeld: “Massaal, in grote vormen opgebouwd zit de ronde Vlaming aan de arbeid, de spirituele kop strak op zijn werk gericht, terwijl met een zeker en dwingend gebaar van de rechter naar voren gestrekte alm een krachtige toets op het denkbeeldige doek wordt geplaatst. Met welk een creatieve kracht wordt hier een creatieve geest verbeeld”.
Isidore Opsomer had op zijn beurt in 1952 al een portret geschilderd van Hildo Krop. Dit doek (olieverf – 44 x 53 cm) is naast Krop’s zittende beeld Opsomer, te bewonderen in het Hildo Krop Museum in Steenwijk.
Het Singermuseum te Laren en Stedelijk Museum te Schiedam bezitten een bronzen exemplaar van de zittende Opsomer. In welke collectie Krop’s portretkop (V 165) van de Belgische schilder zich bevindt is niet bekend.