Tag archieven: telegraaf de

Mo 37 – Ontwerp Churchill Monument – Steenwijk

Hildo Krop Museum,  Steenwijk

1949

churchill - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Churchill
gips, 45 cm

'aan churchill' - foto: loek van vlerken 28.08.2017
“Aan Churchill”
freedom of fear - vrouw met kind - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Freedom of Fear
freedom of religion - wandelende jood - foto: loek van vlerken 28.08.2017

Freedom of Religion
freedom of speech - vrouw aan martelpaal - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Freedom of Speech
freedom of want - zwangere vrouw - foto: loek van vlerken 28.08.2017

Freedom of Want
herstel van het land - man helpt ander opstaan - foto: loek van vlerken 28.08.2017
Het herstel van het land

Aardewerk met monochroom glazuur met doorschijnende gloed van rode terracotta, 15,5/10/11,5/11,5/11,5/10 cm

ontwerp churchill-monument - foto: lagerweij-polak
foto: lagerweij-polak

Beeld van Churchill op zuil geplaatst waar omheen vijf beeldengroepen
1. Freedom of fear
2. Freedom of religion
3. Freedom of speech
4. Freedom of want
5. Het herstel van het land

Het monument was gedacht in natuursteen, de beeldengroepen in brons, de hoogte zou ca. 12 meter bedragen.
Niet uitgevoerd.

Hildo Krop was als commissielid betrokken bij de oprichting in 1947 van het Nationale Monument op de Dam in Amsterdam. Krop steunde daarbij het idee dat de opdracht voor dit gedenkteken naar John Rädecker ging, waarvoor J.J.P. Oud de architectuur ontwierp. De voorgang van dat project verliep echter dermate traag dat twee mede-commissieleden, de Rotterdamse havenbaron D.G. van Beuningen en de textielfabrikant G.J. van Heek een oud plan voor een Churchill-monument uit 1945 van stal haalden. Van Beuningen en Van Heek, die zich garant stelden voor de volledige stichtingkosten, verzochten Krop twee ontwerpen te maken voor dit gedenkteken. Het gedenkteken zou geplaatst moeten worden in Rotterdam, de stad die zo zwaar door de oorlog was getroffen. Het gemeente bestuur van Rotterdam stemde in met dit voornemen en wees als locatie het Hofplein aan. Krop accepteerde de opdracht, maar werd daarvoor – zij het zonder naam of toenaam – scherp aangevallen door de journalist H.P.L. Wiessing, een orthodox communist die Churchill zag als een kapitalist die al vroeg had gewaarschuwd tegen de agressie van Rusland.
Krop maakte voor het monument verschillende schetsen. Uiteraard moest er een beeld komen van Churchill zelf, geplaatst op een twaalf meter hoge zuil. Daar omheen vier figuren die de rechten van de mens uit het Atlantic Charter van 14 augustus 1941 symboliseerden (freedom of fear, freedom of religion, freedom of speech en freedom of want). Ook was er een beeldengroep ontworpen die ‘het herstel van het land’ moest verbeelden. Aanvankelijk werkte Krop enthousiast aan deze opdracht, maar bij de uitwerking van de figuren, die de leuzen van het Atlantic Charter moesten verbeelden, raakte hij aan het twijfelen. Op 6 november 1949 schreef hij Van Beuningen dat hij in de knoop zat met de opdracht: “Ik heb altijd in gedachten gehad dat het monument moest dienen om Churchill te huldigen voor zijn houding gedurende de oorlog. Ik heb de grootste waardering voor Churchill tijdens de oorlogsjaren. Zijn houding na de oorlog heeft niet mijn onverdeeld enthousiasme en ik heb de indruk dat wij daar in waardering
verschillen …”. Krop vreesde, dat zijn interpretatie van de figuren van het Atlantic Charter een kritiek zouden kunnen inhouden op de na-oorlogse politiek van Churchill. Hij wilde graag aan de opdracht voldoen, maar “zonder de hand te lichten met zijn inzichten of zonder oneerlijk te worden in zijn werk en tegenover zijn opdrachtgever”. Van Beuningen antwoordde Krop dat deze het monument volgens eigen inzichten mocht ontwerpen.
Uiteindelijk ging het hele plan niet door. Churchill zelf deelde Van Beuningen mee dat er naar zijn mening geen monumenten ter ere van nog levende personen behoorden te worden opgericht. Aanvankelijk dacht men dat dit geheel Churchill’s eigen visie was, maar het verhaal ligt iets genuanceerder. De Telegraaf van 24 december 1953 onthulde hoe Churchill tot zijn besluit kwam:

” … Midden october (1949 red.) stelde men Winston Churchill in passende bewoordingen op de hoogte van de plannen, daar men van mening was, zonder diens toestemming het monument niet te kunnen oprichten. Churchill antwoordde prompt, dat hij het plan in overweging had genomen en dat hij spoedig nader zou berichten. Maar die berichten lieten op zich wachten. Toen men eind november nog steeds geen antwoord had ontvangen, schreef de heer Van Beuningen om inlichtingen aan Churchill’s privé-secretaris”.

Het bleek dat Churchill het verzoek “voor advies” aan het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken had doorgezonden. De Nederlandse regering had al eerder laten weten dat men niet enthousiast was over het Churchill-monument, omdat het de plannen voor een Nationaal Monument (op de Dam in Amsterdam) zou doorkruisen. Zodoende had de regering het besluit genomen Churchill mee te delen “dat het in Nederland geen gewoonte is om voor nog in leven zijnde personen een monument te vervaardigen of op te richten”. Dit advies nam Churchill klakkeloos over.

In het Hildo Krop Museum te Steenwijk is nog iets te zien van dit monument (in wording). Twee schetsen van Churchill en kleine, polychrome geglazuurde schetsen van verschillende onderdelen van het monument (zie boven).

De schetsen 2 en 4 heeft Krop in 1950/51 uitgewerkt tot twee beelden: resp. ‘Wandelende Jood’ (V149) en ‘Zwangere vrouw’ (V148). Van de beelden zijn elk twee exemplaren in brons gegoten (beide 43 cm).

Zie ook: Monument voor de Onbekende Politieke Gevangene (Mo 42)

bron: De Telegraaf, 24.12.1953

B 78 – Gebouw Dagblad De Telegraaf – Amsterdam

Nieuwezijds Voorburgwal 225, Amsterdam
Donauweg 14, Amsterdam

1929

replica's roepende krantenjongens - foto: loek van vlerken 17.02.2011torenspits telegraafgebouw - foto: loek van vlerken 17.02.2011gebouw de telegraaf - foto: loek van vlerken 25.03.2011
4 beelden voor toren:
a. roepende krantenjongen met één hand hoog (2x)
b. roepende krantenjongen met twee handen hoog (2x)

brons, 88 cm

architect: J.F. Staal en M. Staal-Kropholler

De toren van het voormalige Telegraafgebouw werd oorspronkelijk bekroond door vier bronzen beelden gemaakt door Hildo Krop. Deze vier beelden stellen vier naakte jongemannen voor, zogenaamde krantenjongens of stadsomroepers. Dit zijn twee maal twee identieke beelden. Krop heeft bij zijn ontwerp rekening gehouden met de hoge positie van de beelden. De lichaamsverhoudingen zijn daarom vertekend weergegeven; de bovenlichamen zijn naar verhouding zeer lang, net als de armen. De handen zijn extra groot weergegeven om het symbolisch opvangen (luisterend gebaar) en doorgeven van het nieuws (roepend gebaar) te accentueren.

Twee foto’s uit het Hildo Krop Museum-archief laten zien hoe het plaatsen van deze beelden in zijn werk ging anno 1929. De monteurs hebben er in ieder geval wel plezier in, op zo’n 47 meter hoogte.

Bij de verhuizing van het Dagblad De Telegraaf in 1974 naar de Donauweg Sloterdijk, werden de bronzen beelden meegenomen en in de hal van het nieuwe pand geplaatst. De toren aan de Nieuwezijds Voorburgwal moest het sindsdien doen zonder de beelden. Hoewel er weinig Amsterdammers waren die de beelden op de toren misten, door de hoogte waren ze vrijwel onzichtbaar, werd toch besloten van de originele beelden replica’s te maken, om die terug te plaatsen op de toren. De oorspronkelijke beelden waren nog in goede staat, waardoor het mogelijk was door middel van mallen exacte kopieën te maken. Op 2 juli 2004 werden de replica’s van de beelden op hun oude plek geplaatst.

herplaatste beelden binnenhal de telegraaf donauweg - foto: loek van vlerken 11.04.2011roepende krantenjongen (origineel) - foto: loek van vlerken 09.05.2011roepende krantenjongen (origineel) - foto: loek van vlerken 09.05.2011

bron: Kunst aan de Straat, red. Joost de Wal – 2009