Tag archieven: boterenbrood h.

B 61a – Neptunus – uitbreiding Scheepvaarthuis – Amsterdam

Buiten Bantammerstraat, Amsterdam

1926

neptunus - foto: loek van vlerken 04.11.2017neptunes - foto: loek van vlerken 04.11.2017neptunus - foto: loek van vlerken 04.11.2017graniet

Naast de versieringen van de uitbreiding van het Scheepvaarthuis (zie: B 61) in 1926/28 waarvan vast staat dat ze van Hildo Krop zijn, bestaan er aan de Buiten Bantammerstraat enkele werken die niet in de oeuvrecatalogus van Lagerweij-Polak staan, maar wel tot het oeuvre van Krop behoren (zie ook: B 61b en B 61c). De auteur Helen Boterenbrood vermeldt in het boek ‘Van der Mey en het Scheepvaarthuis’ dat het  reliëf aan de ingang van de Buiten Bantammerstraat, een  ‘kop van Neptunus’, “waarschijnlijk” van Krop is. Hier mag echter geen twijfel over bestaan.

De twee vrouwenfiguren aan de zijkanten  van de ingang zijn van Van den Eijnde en zijn beslist van een andere signatuur als die van het Neptunus-reliëf in het midden. Vergelijk ook bijvoorbeeld dit reliëf met die van het ‘Het raadsel van het begin’ van Krop aan de Nieuwe vleugel van het Raadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal, beide uit dezelfde periode:

neptunus en het raadsel van het begin - foto's loek van vlerken
links Neptunus aan het Scheepvaarthuis en rechts ‘Het raadsel van het begin’ aan de Oudezijds Voorburgwal

bron: ‘Van der Mey en het Scheepvaarthuis’ – Boterenbraad/Prang, 1989

B 64 – Flatgebouw ‘Vijzelflat’ – Amsterdam

Vijzelstraat (tussen Keizers- en Prinsengracht), Amsterdam

1926-28

faun - foto: loek van vlerken 05.01.2018locatie Faun Keizersgracht – foto: Hildo Krop Museum, Steenwijk

Vijzelstraat hoek kerkstraat - foto beeldbank Amsterdam
foto: Stadsarchief, Amsterdam

vijzelflat - foto: beeldbank amsterdam
foto: Stadsarchief, Amsterdam

gevelversieringen:
diverse afbeeldingen

gebakken aarde, 65 cm

architect: J.M. van der Mey

Het woningbouwontwerp met winkels van Joan Melchior van der Mey aan de Amsterdamse  Vijzelstraat, tussen de Keizers- en Prinsengracht,  wordt wel gezien als het belangrijkste in zijn oeuvre. De plattegronden werden getekend door het bureau Gulden en Geldmaker. Van der Mey ontwierp de gevels, waarbij hij enkele invloeden van de Nieuwe Zakelijkheid verwerkte, maar toch duidelijk met een beeldtaal kwam afkomstig uit de Amsterdamse School. Hildo Krop maakte verschillende terracotta beeldjes, welke over de hele lengte van de Vijzelstraatflat ter versiering werden aangebracht. Deze beeldjes bestonden uit staande vrouwenfiguren, staande mannenfiguren en fauntjes en mogelijk nog meer uitvoeringen.
Helaas bleek dat er tijdens de bouw onverantwoord was gehandeld. De fundering en kelders waren prima, maar daarboven was meer en meer gekozen voor snelle oplossingen en twijfelachtige bouwmaterialen. Op 23 maart 1955 stortte het flatgebouw ten dele in.

vijzelflat - foto: beeldbank amsterdam - 23.03.1955
foto: Stadsarchief Amsterdam – 23 maart 1955

Onderzoek wees uit dat er sprake was van ernstige constructiefouten tijdens de bouw. Het bleek zelfs dat de aannemer een ijzeren stutbalk in de overbouwing van de Kerkstraat had weggelaten. De restauratie van de flat duurde een klein jaar. In juli 1961 vielen er echter opnieuw stukken uit de gevel. Er werden provisorische reparaties verricht, maar uiteindelijk besloot men toch tot sloop van de Vijzelstraatflat.
Bij deze sloop in 1962-63 ging het beeldhouwwerk van Hildo Krop grotendeels verloren.

beeldje (vrouwenfiguur) - foto: De Waarheid - 17.10.1963 beeldje (mannenfiguur) - foto: De Waarheid - 17.10.1963
foto’s: De Waarheid 17.10.1963

Het dagblad De Waarheid van 17 oktober 1963 kopte: “Hildo Krop-beeldjes sneuvelen onder slopershamer – slechts enkele bleven behouden”. Verder schrijft de krant: “Het grootste deel van de beeldjes, die Hildo Krop vervaardigde ter verfraaiing van de gevel van de veel besproken Vijzelflat, blijkt onder de slopershamer te zijn gesneuveld. Slechts een klein deel bleef behouden. Amstelsteijn, de eigenaar van de omstreden flat, deed er al enkele voor een paar tientjes van de hand. De lompheid waarmee met de beeldjes van Krop is omgesprongen heeft in kunstkringen grote ontsteltenis gewekt. Ook de beeldhouwer zelf heeft zijn uiting gegeven aan zijn spijt over het lot dat zijn werk beschoren werd. Hij heeft de beeldjes van dusdanige kwaliteit genoemd, dat het mogelijk zou zijn geweest ze bij zorgvuldige behandeling te behouden. Dit laatste wordt nu door de sloper, daarin bijgevallen door Bouw- en Woningtoezicht, tegengesproken. Een woordvoerder van het gemeentelijk voorlichtingsbureau deelde vanmorgen mee dat bij het begin van de sloop, zowel door Bouw- en Woningtoezicht, als door deskundigen van de gemeentemusea een onderzoek naar de beeldjes was ingesteld. Er zou daarbij zijn komen vast te staan, dat de kwaliteit van de beeldjes, die zijn vervaardigd van een soort terra-cotta, minder goed zou zijn. Het zou daardoor niet mogelijk zijn geweest hen ongeschonden uit de gevel te verwijderen, zo wordt gezegd. Initiatieven van de gemeente om de nog resterende beeldjes te behouden, zijn niet te verwachten”.


bronnen:
De Waarheid, 17 oktober 1963; Van der Mey en het Scheepvaarthuis, Helen Boterenbrood, 1989; Hier gebeurde het … Vijzelstraat, 23 maart 1955, Ons Amsterdam, oktober 2008

zie ook B 107

B 61 – Uitbreiding Scheepvaarthuis – Amsterdam

Buiten Bantammerstraat, Amsterdam

1926

a. 5 consolekoppen:
1. Schouten (Buiten Bantammerstraat)
2. Johan Maurits van Nassau (Prins Hendrikkade)
3. Rumphius (Prins Hendrikkade)
4. Mercator (Binnenkant)
5. Rijklof van Goens (Binnenkant)
dioriet, 36 cm

b. ingangsversiering Binnenkant 7:
vissen en zeilschepen
graniet, 30 cm

c. plintversiering aan zijde Binnenkant:
letters: ’T SCHEEPVAARTHUIS
plintversiering aan de Buiten Bantammerstraat:
letters:  AN1926NO  (anno 1926)
graniet 53/21 cm

d. Fortuna en Neptunus op consoles aan de Buiten Bantammerstraat
lood (beelden) / donkergrijs geschilderd hout (consoles)
82/47 cm


uitbreiding Scheepvaarthuis januari 1927 – foto: archief Hildo Krop Museum

Al bij de bouw van het eerste deel van het Scheepvaarthuis (zie hiervoor B3) kwam men tot de conclusie dat bij de oplevering van het pand er al ruimtegebrek zou ontstaan. Daarom werd nog tijdens de bouw besloten om kort na de voltooiing een tweede deel op te laten trekken. Om kleur- en maatafwijkingen in de bouwmaterialen te voorkomen werden voor beide bouwfases de benodigde stenen tegelijkertijd gebakken. Dit gold ook voor de terracotta bouwsculpturen met de symbolen van de verschillende scheepvaartmaatschappijen, alsmede voor de stuurman en matroos.
Deze tweede bouwfase vond plaats tussen 1926 en 1928 en strekte zich uit tot aan de Buiten Bantammerstraat. Zowel Hendrik van den Eijnde als Hildo Krop werden opnieuw uitgenodigd het beeldhouwwerk uit te voeren. Zoals gezegd lag veel bouwmateriaal al klaar om gebruikt te worden. Dit was echter niet het geval met de natuurstenen beeldhouwwerken, zoals bijvoorbeeld de consoleportretten van de ‘grootheden uit de Nederlandse welvaart’.
Voor deze tweede fase hakte Krop 5 van de in totaal 14 koppen: Schouten, Johan Maurits van Nassau, Rumphius, Mercator  en  Rijklof van Goens.


Schouten, Van Nassau, Rumphius, Mercator, Van Goens

Vooral aan deze consolekoppen is te zien hoe sterk Krop zich in de afgelopen tien / dertien jaar had ontwikkeld. De kop van Usselinx uit 1916 is vrij oppervlakkig gehakt, die van Mercator van 1926 heeft veel meer detail en zeggingskracht.Usselinx (1916) en Mercator (1926)

Ook aan de gevel van dit deel van het pand hakte Krop de plintversiering en de letters ’t Scheepvaarthuis’.

Voor de ingangsversiering Binnenkant 7 maakte Krop een variant op de eerder gemaakte school vissen. Hier werden het walvissen en zeilschepen.

Ten opzichte van het ritmische gevelpatroon aan de Prins Hendrikkade en de Binnenkant ontstond er aan de Buiten Bantammerstraat een meer gevarieerde gevelwand met beeltenissen van Van den Broecke en Coen naar ontwerp van  Van der Eijnde. Van Krop zijn de loden beelden Fortuna en Neptunus op grijs geschilderde houten consoles aan deze gevel.

Ook van Krops’ hand is weer het natuurstenen plintgedeelte, dit keer met de tekst ‘AN1926NO’ en de afbeeldingen van het Kasteel van Amstel en de wereldzeeën.

kasteel van amstel - foto: loek van vlerken 04.11.2017Kasteel van Amstel

werelszeeen - foto: loek van vlerken 04.11.2017wereldzeeën

Ook het beeldhouwwerk  ‘de kop van Neptunus’  aan de ingang van de ruimte aan de Buiten Bantammerstraat is vrijwel zeker van Hildo Krop.
Zie hiervoor bij: toegeschreven aan Krop (B61a) 


Ook aan de top van deze gevel zijn nog Hildo Krop sculpturen te zien. Zie hiervoor: B 61b en B 61c

bronnen:
‘Het Scheepvaarthuis, een schepping van de bijna vergeten architect J.M. van der Meij’ – F. van Sloteren, Ons Amsterdam, mei 1985 jrg. 37 nr.5;
‘Van der Mey en het Scheepvaarthuis’ – Boterenbraad/Prang, 1989;
‘joan melchior van der meij – architect’ – Michiel Kruidenier/Paul Smeets, nai010,   2014.