Tag archieven: roland holst a.

B 114 – Brug nr. 415 – Parnassusbrug – Amsterdam

over het Zuider Amstelkanaal / Parnassusweg, Amsterdam

1941-42

zwevende muze - foto: loek van vlerken 09.03.2012 berlage en roland holst - foto: loek van vlerken 09.03.2012zwevende muze - foto: loek van vlerken 08.02.2011 zwevende muze - foto: loek van vlerken 08.02.2011zwevende muze - foto: loek van vlerken 09.03.2012 berlage - foto: loek van vlerken 08.02.2011berlage - foto: loek van vlerken 08.02.2011 roland holst en mendes da costa - foto: loek van vlerken 08.02.2011roland holst - foto: loek van vlerken 08.02.2011 mendes da costa - foto: loek van vlerken 08.02.2011
2 brugbekroningen:
1. zwevende muze
2. Berlage, Roland Holst en Mendes da Costa 

graniet, 180 cm

architect: Piet Kramer

Door het instellen van een cultuurkamer door de Duitse bezetter, was het gedurende de oorlog voor Hildo Krop verboden om arbeid te verrichten voor de dienst Publieke Werken van Amsterdam. Om in die periode te kunnen werken moest je als kunstenaar lid zijn van deze cultuurkamer. Dit weigerde Krop pertinent. Na de oorlog werden nog maar een paar beelden van zijn hand op bruggen geplaatst. Eén daarvan betrof de Parnassusbrug, waarvoor hij in 1941-42 al de beelden had gemaakt.

De keuze voor het onderwerp voor deze ‘Parnassusbrug’ lag voor de hand. Aan de westkant van de brug ontwierp Krop ‘De zwevende muze’ naar de negen Muzen, die ook Parnassides genoemd worden naar hun woonplaats op de Parnassus. Het waren de Griekse godinnen van de kunsten en wetenschap. Aan de oostkant vinden we de kunsten: de architectuur (Berlage met driehoek), de schilderkunst (Roland Holst met palet en penseel) en de beeldhouwkunst (Mendes da Costa met hamer en beitel).
Deze kunstwerken zijn pas in 1957 op genoemde brug geplaatst.

Volgens E.J. Lagerweij-Polak, in de monografie ‘Hildo Krop’, is de combinatie Berlage, Holst en Mendes mogelijk gekozen, omdat dit drietal de sluiting van de Haarlemse Kunstnijverheidsschool in 1926 heeft proberen te voorkomen.

De achterzijde van het Berlage-Holst-Mendesbeeld laat een Nederlands landschap zien met molens, bomen en een Amsterdams stadstafereel met de Westertoren en de huizen aan de Prinsengracht.

V 126 – Charlotte Köhler ten voeten uit – Amsterdam

Stadsschouwburg, Leidseplein, Amsterdam

1943

charlotte köhler - foto: loek van vlerken 25.02.2011charlotte köhler - foto: loek van vlerken 25.02.2011   charlotte köhler - foto: loek van vlerken 25.02.2011standbeeld van Charlotte Köhler

brons, 99 cm

Charlotte Theresia Catharina Köhler (1892 – 1977) was een groot toneelspeelster uit de vorig eeuw en trad op met andere grote namen uit de Nederlandse toneelwereld, zoals o.a. Louis Bouwmeester, Albert van Dalsum en Ko van Dijk.
De actrice Charlotte Köhler wordt hier door Hildo Krop uitgebeeld in de rol van Badeloch uit de Gijsbrecht van Amstel van Joost van den Vondel. Krop stelde van jongs af aan veel belang in toneel. In zijn geboorteplaats Steenwijk waren zijn ouders actief betrokken geweest bij de amateurtoneelvereniging Amicitia.

Op 15 september 1922 werd de artiestensociëteit De Kring geopend aan de Binnen Amstel. Deze sociëteit werd opgericht door zestien kunstenaars en intellectuelen, onder wie de dichter A. Roland Holst, de architect Jan Gratama en Hildo Krop. In 1930 verhuisde De Kring naar het Kleine-Gartmanplantsoen. Iedereen die kunst of wetenschap beoefende kon lid worden van De Kring, of die ‘uit hoofde van zijn instelling hiervoor in aanmerking komt’.  Door deze bepaling ontstond er een prettige open sfeer. Vooral in de eerste jaren organiseerde De Kring belangrijke artistieke avonden waar ook Charlotte Köhler regelmatig optrad met haar voordrachten. Hoewel Charlotte Köhler tot een vooraanstaande en zeer bijzondere, succesrijke actrice zou uitgroeien, heeft ze toch haar grootste roem en populariteit aan haar voordrachten te danken. Het begrip voordracht is eigenlijk niet de juiste benaming van haar kunst: zij gaf solotoneel vanaf een vaste plaats en uitgaande van een basishouding, met voornamelijk vocale middelen en wisselende mimiek. Aanvankelijk had ze er weinig succes mee, maar in 1929 kwam de doorbraak met ‘De zachtmoedige’ van Dostojevski, waar zij furore mee maakte.

Hildo Krop tekende voor haar een affiche in drie kleuren voor deze voorstellingen:

de zachtmoedige - afbeelding uit het Algemeen Handelsblad - 02.05.1929
de zachtmoedige – afbeelding uit het Algemeen Handelsblad – 02.05.1929

Uit de nalatenschap van Charlotte Köhler keert de Stichting Charlotte Köhler periodiek, via het Prins Bernhard Cultuurfonds,  jaarlijks drie aanmoedigingsprijzen uit aan kunstenaars onder de 35 jaar.

bronnen:
Biografischportaal van Nederland
Amsterdam in de 20 e eeuw, deel 1, Dr. Richter Roegholt, 1976